Kleine Woorden | Kleine Woorden | 37
(1-50)

Het  enige  verschil  dat  er  is, manifesteert zich in het verschil in gradatie waarin de intensiteit van de ontwikkeling en de verlichting van beiden zich voordoen. Zoals ook een dadelboom vele stadia's van dadelpit  tot  volmaakte  dadelboom  kent,  kunnen  er  zich  ook vele  stadia's  van  het  gebed  voordoen.  Toch  zal  in  al  die stadia's  de  basis  van  de  verlichte  werkelijkheid  aanwezig zijn. O Allah, laat u zegeningen en vrede neerdalen op de verkondiger zelf en op de familie en metgezellen van hem die zei: "Het gebed is de pilaar van het geloof".

                                             SLOT VAN HET VEERTIENDE WOORD

 

"In de naam van Allah,

de Erbarmer, de Meest Barmhartige"

 

"en het wereldse leven is slechts een misleidende genieting." [Qoer'an 3:185]

 

O  mijn  ziel  die  onachtzaam  is,  die  geniet  van  dit  leven, die het hiernamaals vergeet en uit is op wereldlijke voldoening.  Weet  je  waar  je  op  lijkt?  Op  een  struisvogel.  Hij  ziet de  jager,  maar  kan  niet  vliegen.  Hij  steekt  zijn  kop  in  het zand, zodat de jager hem niet kan zien. Maar de jager ziet hem  weldegelijk,  omdat  zijn  enorme  lichaam  boven  de grond blijft uitsteken. De struisvogel zelf ziet dit niet, omdat hij met gesloten ogen met zijn kop in het zand zit.

O  ziel!  Leer  uit  de  volgende  parabel  hoe  iemand,  door zijn aandacht alleen maar op deze wereld te vestigen, een zeer fijn genot verruilt tegen pijnlijke smart.

Het  is  als  volgt.  In  het  dorp  Barla  bevinden  zich  twee mannen. Negenennegentig procent van de geliefden van de eerste  man  is  naar  Istanbul  vertrokken.  Ze  leven  daar  gelukkig.  Er  is  maar  één  van  hen  achtergebleven.  Ook  deze persoon  die  hij  lief  heeft  zal  daarheen  gaan.  Deze  eerste man  verlangt  hierdoor  naar  Istanbul.  Hij  denkt  er  steeds aan. Hij wil zijn geliefden ontmoeten. Wanneer hem bevolen  zou  worden  om  naar  Istanbul  te  gaan,  zou  hij  daar vreugdevol gehoor aan geven.

De andere man, daarentegen, denkt dat negenennegentig  procent  van  zijn  vrienden  van  hier  is  vertrokken  en  dat een deel van hen is omgekomen en een deel van hen zich op een plaats bevindt waar ze noch (anderen) kunnen zien noch  (door  anderen)  gezien  kunnen  worden.  Hij  denkt  dat ze verloren zijn. In plaats van hen probeert deze wanhopige man zich te troosten met het gezelschap van een gast. Het verdriet dat door de scheiding van zijn vrienden veroorzaakt wordt, wil hij hiermee vergeten.

O ziel! Al je geliefden, en in het bijzonder Gods meest geliefde  (gezant),  bevinden  zich  aan  de  andere  kant  van  het graf. Er zijn nog enkelen achtergebleven. Ook zij zullen zich daarheen  begeven.  Schrik  niet  van  de  dood.  Wees  niet bang voor het graf en kijk niet de andere kant op. Zie het graf met moed tegemoet en luister waar het om vraagt. Kijk als een kerel met een glimlach naar de dood en zie wat ze van  je  verlangt.  Wees  op  je  hoede,  wees  niet  onachtzaam en handel niet zoals de tweede man in de parabel.

 

O mijn ziel. Zeg niet: "De tijden zijn veranderd, de eeuw is veranderd. Iedereen stort zich nu vol overgave op de wereld,  verheerlijkt  het  leven  en  is  in  de  greep  van  de  strijd voor  zijn  levensonderhoud."  De  dood  verandert  namelijk niet.  Het  uiteengaan  slaat  niet  om  in  een  voortdurend  samenzijn.  Het  verandert  niet.  De  machteloosheid  en  de  behoeften  van  de  mensheid  veranderen  niet;  ze  worden  juist groter.  De  reis  van  de  mensheid  houdt  niet  op,  maar  versnelt.  

geen geluid