VIERDE VERMANING: O mijn suffe ziel! Heeft het dienen van Allah geen resultaat of is de beloning die er tegenover staat te weinig, waardoor je er genoeg van krijgt? Als een persoon jou geld geeft of intimideert, zal hij je tot in de avond laten werken, zonder dat je tegenstribbelt. Werpt het gebed dan geen vruchten af of is de beloning die er tegenover staat te weinig? Het gebed brengt je machteloze en behoeftige hart in dit gastenverblijf (de wereld) toch kracht en vermogen? Het brengt je in je onvermijdelijke intrek, je graf, toch voedsel en verlichting? Op de dag des oordeels, waar je voorzeker berecht zult worden, brengt het je toch akte en vrijspraak? En op de siratbrug, waar je noodgedwongen overheen zult moeten, brengt het je toch licht en burak 18? Daarentegen kan een persoon je zonder tegenstribbelen honderd dagen achtereen aan het werk zetten door je een beloning van honderd muntstukken te beloven.
Het is mogelijk dat hij zich niet aan zijn woord houdt, maar toch zul je hem vertrouwen en enthousiast te werk gaan. Stel je voor dat iemand, voor wie het onmogelijk is dat hij zijn belofte zal breken, je een beloning in de vorm van het paradijs en een gunst in de vorm van eeuwige gelukszaligheid toezegt en jou in ruil daarvoor voor een korte tijd inzet voor een zeer aangename taak. En stel je voor dat jij deze taak niet uitvoert, slordig en met tegenzin werkt alsof het dwangarbeid is en Hem uitmaakt voor een woordbreker.
Begrijp je dan niet dat je daardoor een zware straf en een verschrikkelijke foltering zal verdienen. Terwijl je uit angst voor gevangenisstraf in deze wereld zonder gezeur de zwaarste diensten verricht, geeft de angst voor een eeuwige kerker, zoals de hel, je dan geen aanzet tot het verrichten van de meest lichte en fijne dienst?
VIJFDE VERMANING: O mijn ziel die deze wereld ver afgoodt. Worden je passiviteit en je tekortkomingen in het gebed veroorzaakt door de veelheid aan aardse bezigheden. Of komt het doordat je er geen tijd voor vrij kunt maken vanwege de nodige voorziening in het dagelijkse levensonderhoud. Denk je dat je alleen maar voor deze wereld bent geschapen waardoor je al je tijd aan aardse zaken besteed? Je weet dat je gezien je eigenschappen boven alle dieren uitstijgt. Maar je weet ook dat je gezien je menselijke vermogen om jezelf te voorzien van de nodige levensbehoefte niet eens op kunt tegen een mus. Begrijp je dan niet dat het niet je werkelijke taak is om je in te spannen als een dier, maar dat het eerder je taak is om als een ware mens te werken voor een wezenlijk en eindeloos leven. Sterker 18 Een rijdier in het paradijs.
nog, de werken die je wereldse bezigheden noemt, behoren grotendeels niet tot je taken. Het zijn zaken waar je je onnodig mee bemoeit. Je laat het belangrijkste staan en je verspilt je tijd aan onnodige kennis alsof je duizenden jaren zult blijven leven. Je laat je waardevolle tijd voorbijgaan aan dingen als: "de gesteldheid van de ringen om Saturnus of het aantal kippen in Amerika," Denk je echt dat je door middel van de wetenschappen, astronomie en statistiek een voldoening krijgt.
Als je zou beweren dat de dingen die je van het gebed en godsdienstpraktijken weerhouden geen onnodige zaken zijn, maar eerder nodige zaken om in je levensonderhoud te voorzien, dan zou ik je de volgende vergelijking voorleggen: stel dat je zou werken voor een dagloon van honderd cent en dat er iemand bij je zou komen met het voorstel om tien minuten van je arbeid te besteden aan het graven van een gat met in het vooruitzicht gesteld dat je dan een diamant en een edelsteen zult vinden die samen honderd euro waard zijn. Het zou dan toch een krankzinnig besluit zijn om hiervan af te zien, omdat er in dat geval tien cent van je