EENENTWINTIGSTE WOORD EERSTE DEEL
"In de naam van Allah,
de Erbarmer, de Meest Barmhartige"
" Voorwaar, de shalât is de gelovigen op vaste tijden voorgeschreven." [Qoer'an 4:103]
Een man die gezien zijn leeftijd, postuur en rang iemand van aanzien was, zei eens tegen mij: "Het gebed is goed.
Maar het is veel om dag in dag uit vijf maal te bidden.
Omdat er geen eind aan komt krijgt men er genoeg van."
Na een lange tijd nadat de man deze woorden gesproken had heb ik geluisterd naar mijn ziel. Ik hoorde dat mijn ziel dezelfde woorden herhaalde. Ik realiseerde me dat mijn ziel deze zelfde les kreeg van de duivel door de oren des lui heid. Toen begreep ik dat de persoon die die woorden ge sproken had deze woorden niet namens zichzelf uitte, maar namens de eigenzinnige ziel die iedereen bezit (nefs-i emmarre), de eigenzinnige ziel die het slechte gebiedt. Ik dacht toen bij mezelf: "Aangezien mijn ziel het slechte gebiedt en aangezien iemand een ander niet kan overtuigen indien hij zijn eigen ziel niet eerst heeft kunnen overtuigen, zal ik beginnen bij mijn eigen ziel." Ik riep: "O ziel, luister naar de komende "vijf vermaningen" ten aanzien van de woorden die je, in je onwetendheid, vanuit het kussen des luiheids en in de slaap der onachtzaamheid, uitspreekt.
EERSTE VERMANING: O mijn ongelukkige ziel. Denk je dat je onsterfelijk bent. Verkeer je in de zekerheid dat je tot volgend jaar of tot morgen zult blijven bestaan. Je verkeert
in een waanvoorstelling, omdat je je verbeeldt dat je eeuwig zult leven. Door je gemakszucht stel je jezelf aan alsof je eeuwig in de wereld zult blijven. Zou je maar begrepen hebben dat je leven kort is en dat het nutteloos voorbijgaat. Het één vierentwintigste deel ervan besteden aan een mooie, fijne, gemakkelijke en gezegende dienst die zal resulteren in de gelukszaligheid van een ware eeuwige leven zal ongetwijfeld een reden zijn voor het aanwakkeren van een ware gretigheid en een fijn genot. Laat staan dat men er genoeg van krijgt.
TWEEDE VERMANING: O mijn ziel die gehoor geeft aan de wil van zijn maag! Dag in dag uit eet je brood, drink je water en adem je lucht in. Krijg je daar genoeg van? Nee, aangezien de behoefte terugkeert, geniet je er eerder van dan dat je er genoeg van krijgt. In dat geval zou je echter ook geen genoeg moeten krijgen van het gebed, omdat het immers de behoeften van je vrienden in het huis van mijn lichaam, de voeding van mijn hart, het levenswater van mijn geest en de frisse lucht van mijn heilige zintuig, aantrekt en verschaft.