Kleine Woorden | Kleine Woorden | 30
(1-50)

hij  toont  dankbaarheid voor  Zijn  talloze  geschenken  en  uit  lof;  hij  buigt  zich  ootmoedig voorover tegenover Gods machtige heerschappij en werpt zich vervolgens nederig ter aarde voor de eeuwigheid van  Zijn  goddelijkheid;  zijn  hart  getroost  en  zijn  geest  tot rust  gekomen,  neemt  hij  als  dienaar  een  toegewijde  houding aan ten opzichte van Gods grootse aanwezigheid;  De  avondtijd  (magrib),  is  een  tijd  die  ons  doet  denken aan de winterperiode waarin de kwetsbare, mooie schepselen van de zomer en de herfst met een treurig afscheid ten onder gaan. Het herinnert de mens aan het moment dat hij door  zijn  overlijden  met  een  bittere  scheiding  van  al  zijn geliefden  het  graf  zal  betreden.  Het  doet  ons  denken  aan het moment waarop de wereld in een heftige doodsstrijd ten onder  zal  gaan,  dat  al  haar  bewoners  naar  andere werelden zullen trekken en het licht van deze "plaats van beproe ving" zal doven. Het is een tijd waarin zij, die hun vergankelijke geliefden verafgoden, sterk zullen worden vermaand. De mens met een geest, die gezien haar aard een begerende spiegel is van de blijvende schone God, richt dus op zo'n  moment  voor  het  avondgebed  zijn  aangezicht  tot  de troon van de almachtigheid van God, die geen begin heeft en  nooit  is  vergaan,  die  geen  einde  kent  en  nooit  zal  vergaan. Hij zegt boven al deze vergankelijke schepselen "Allahoe ekber", neemt afstand van ze, legt zijn ene hand over  de ander en wijdt zich toe aan zijn Heer om hem te dienen. Hij staat voor het hof van God de Oneindige, de Eeuwige en zegt "Elhamdoelillah"  14, waarmee hij lof uit ten aan zien  van  Zijn  onbevlekte  volmaaktheid,  unieke  schoonheid en eindeloze genade. Door te zeggen, "U alleen aanbidden wij en U alleen vragen wij om hulp" [Qoer'an 1:5] maakt hij  zijn  dienaarschap  kenbaar  en  vraagt  om  hulp  ten  aanzien van "Zijn heerschappij zonder helpers", "Zijn goddelijkheid zonder  deelgenoten"  en  "Zijn  koninkrijk  zonder  raadge vers".  Vervolgens  buigt  hij  zich  voorover  en  toont  samen met heel de schepping zijn zwakte en zijn machteloosheid, zijn behoeftigheid en zijn nederigheid ten opzichte van Zijn  oneindige  grootheid,  Zijn  onbeperkte  kracht,  Zijn  machtigheid   zonder   onvermogen   en   zegt   "subhanerabbiy   el14 Alle lof zij Allah. 

aziem   15" waarmee  hij  zijn  machtige  Heer  vrijspreekt  van gebreken. Hij  werpt  zich  ter  aarde  tegenover  Zijn  onvergankelijke, persoonlijke schoonheid, Zijn onveranderlijke, heilige eigenschappen,  de  blijvende  volmaaktheid  van  Zijn  eeuwigheid. En door afstand te doen van alles buiten God, toont hij in een staat van bewondering en deemoed zijn liefde en dienaarschap  jegens  Hem.  In  plaats  van  al  het  vergankelijke vindt hij een eeuwige Schone, een eeuwige Barmhartige. En door  "subhanerabbiy el-a'la"16  te  zeggen  eerbiedigt  hij  zijn verheven Heer die vrij is van gebreken en ondergang. Hierna  gaat  hij  zitten  om  de  tesjehhoed17  te  doen.  Hij schenkt  namens  zichzelf  de  gezegende  diensten  van  alle schepselen en hun individuele gebeden aan de bezitter van eeuwige  Schoonheid  en  Machtigheid,  hij  begroet  de meest edele  profeet  waarmee  hij  zijn  eed  vernieuwt  en  zijn  gehoorzaamheid  tegenover  hem  kenbaar  maakt.  Door  het zien  van  de  wijze  ordening  van  dit  wereldse  paleis  getuigt hij  van  eenheid  van  de  machtige  Kunstenaar  om  hiermee zijn  geloof  te  verversen  en  te  verlichten.  Hij  bevestigt  het profeetschap  van  Mohammed  (vrede  zij  met  hem)  die  de verkondiger is van het koninkrijk van Gods heerschappij, de verkondiger  van  Gods  wil  en  de  vertolker  van  de  tekenen van het boek der heelal.

Hoe kan iemand, aangezien het voorgaande de betekenis van het avondgebed is, zich redelijk achten als hij niet begrijpt wat voor een fijne en schone taak het avondgebed is. Het  is  welzeker  een  eervolle  en  aangename  dienst,  een behaaglijk en mooi dienaarschap, een belangrijke gebeur 15 Heilig is Mijn Heer, de Almachtige.

16 Heilig is Mijn Heer, de Verhevene. 17 Dit woord betekent getuigenis afleggen. Het wordt uit gelegd in dezelfde paragraaf.

geen geluid