spoed ondergaat en heel veel vijanden heeft. Bovendien is hij heel arm, terwijl er heel veel dingen zijn waar hij behoefte aan heeft. Ook is hij lui en krachteloos, terwijl de last van het leven zeer zwaar is. Zijn menszijn heeft hem in verband gebracht met het hele bestaan, terwijl hij doorgaans wordt gepijnigd door de ondergang en de scheiding van al zijn geliefden en van de dingen waar hij gehecht aan is. Het verstand laat de mens grote idealen en eeuwige vruchten zien, terwijl zijn handen, zijn macht, zijn geduld en zijn le ven ontoereikend zijn. Door dit gegeven is goed te begrijpen hoe noodzakelijk het voor een geest in dergelijke toestand is om in de vroege ochtend (fadjr) met smeekbedes en gebeden voor God de Almachtige bezitter van grootheid, de Genadevolle bezitter van schoonheid, zijn behoeften te uiten en om succes en hulp te vragen. En het is de mens tevens duidelijk dat de gebeden in de vroege ochtend een belangrijk steunpunt vormen om in de komende dag de dingen te kunnen verdragen die hem zullen overkomen en de werken en taken te kunnen dragen die hem zullen worden opgedragen.
De middagtijd (zuhr) is de tijd waarop de dag haar hoogste punt bereikt en omslaat om haar weg tot het einde van de dag te vervolgen. De middagtijd is een moment waarop de afwerking van de dagelijkse werken nabij is, een tijd voor een korte rustpauze vanwege de werkdruk. Een tijd waarop de geest van de mens behoefte heeft om bij te komen van de afleiding en vermoeidheid die veroorzaakt worden door de zware, aardse werken van de vergankelijke wereld. Het moment waarop de schenkingen van God tevoorschijn komen. Ieder mens zal begrijpen hoe mooi, fijn, geschikt en onmisbaar het is om op deze tijd het middaggebed (zuhr) te verrichten dat al deze betekenissen omvat. De geest van de mens ontvlucht in dit gebed aan de stress die hij ondervindt, hij ontkomt aan de onachtzaamheid die hem overmant, hij stapt uit de betekenisloze en vergankelij ke dingen van de wereld, hij treedt nederig voor de werkelijke Schenker, de eeuwige God, de Instandhouder van alles, hij toont dankbaarheid en uit lof ten aanzien van al Zijn gunsten, hij vraagt om hulp en maakt zijn machteloosheid kenbaar tegenover Zijn Geduchtheid en Grootheid door zich voorover te buigen en hij toont zijn bewondering, liefde en deemoed tegenover Zijn "Onvergankelijke Perfectie" en "Schoonheid zonder gelijke" door zichzelf ter aarde te werpen. De namiddagtijd (asr): deze tijd doet ons denken aan het sombere herfstseizoen, de treurige toestand van de ouderdom en aan de leedvolle periode van het einde der wereld. Het is een tijd waarin de dagelijkse werken worden afgerond. Een tijd waarin Gods geschenken die men heeft ontvangen, zoals gezondheid, geluk en vruchtvolle diensten, bij elkaar komen en één groot geheel vormen. En met het ondergaan van de zon in deze namiddagtijd wordt verkondigd dat de mens een ambtenaar en een gast en dat alles in deze wereld voorbijgaand en veranderlijk is.
Aangezien de geest van de mens eeuwigheid wilt en daarvoor geschapen is, liefdadigheid aanbidt en gepijnigd wordt door de scheiding van alles, zal ieder mens begrijpen wat voor verheven taak hij vervult, welke geschikte dienst hij verricht, welke natuurlijke plicht hij vervult ten aanzien van zijn schepping en welzeker wat voor aangenaam geluk hij verwerft wanneer hij zich reinigt en het namiddaggebed verricht dat de volgende betekenissen inhoudt: De geest van de mens doet zijn smeekbede voor het hof van de soevereiniteit van God dat geen begin en geen einde kent, zelfbe staand is en alles in stand houdt; hij zoekt zijn toevlucht tot Zijn eeuwige, grenzeloze genade;