De Opstanding en het Hiernamaals | De Opstanding en het Hiernamaals | 4
(1-61)

'Wie is de Koning? Ik ken hem niet.' Zijn vriend gaf als antwoord: 'Elk  dorp  moet  zijn  dorpshoofd  hebben.  Elke  naald moet  een  vakman  als  maker  hebben.  Elke  letter  moet kan   dit   uiterst   welgeordende   land   dan   zonder   een door  iemand  geschreven  zijn,  dat  weet  je  toch.  Hoe overheerser zijn ontstaan? Elk uur komt er een trein   te voorschijn,      vol      met      waardevolle      en      kunstige geschenken.   Hier   wordt   deze   trein   geleegd,   daarna gaat hij weg. Hoe   kan   zulke   rijkdom   geen   eigenaar   hebben?   De bekendmakingen   en   aankondigingen   zijn   overal   te lezen.

Ook de stempels en zegels zijn op alle goederen te zien  en  op  elke  hoek  wapperen  de  vlaggen.  Hoe  kan dat  zonder  een  eigenaar?  Het  is  duidelijk  dat  jij  wat vreemde  talen  hebt  bestudeerd.  Maar  dit  islamitische schrift  kun  je  niet  lezen.  En  je  vraagt  het  ook  niet  aan iemand   die   het   wel   weet.   Kom   nu,   laat   me   je   het opperste besluit van de Koning voorlezen.

Die sufferd keerde zich om en zei:

'Stel  dat  de  Koning  bestaat.  Wat  zou  hij  dan  door mijn     kleine     voordeel     verliezen?     Vermindert     zijn schatkamer daardoor?  

Hier  is  bovendien  geen  gevangenis;  en  niemand wordt  gestraft. Zijn  vriend  gaf  als  antwoord:  'Zeg!  Dit zichtbare   land   is   een   oefenterrein.   En   het   is   een tentoonstelling      van      de      Koning      waar      hij      zijn buitengewone kunstwerken laat zien. En het is ook een tijdelijke, onstabiele verblijfplaats. Zie je niet dat er elke dag   een   nieuwe   karavaan   komt,  en   er   een   andere vertrekt  en  verdwijnt?  Alles  wordt  constant  gevuld  en geleegd.  Na  een  bepaalde  tijd  zal  dit  land  veranderen.

Dan  wordt  dit  volk  naar  een  ander  en  oneindig  land  Dit verwijst naar het jaargetijde. Ja, de lente is als een wagon vol voedsel die uit het verborgene komt overgeplaatst.  Ieder  krijgt  daar  als  tegenprestatie  voor zijn daden een beloning of een straf. Die  suffe  man  deed  weer  koppig.  Hij  zei:  'Ik  geloof het  niet.  Hoe  is  het  ooit  mogelijk  dat  dit  land  wordt verwoest   en   dat   we   naar   een   ander   land   zullen verhuizen?' Zijn oprechte vriend zei hierop:

'Je bent erg eigenwijs en opstandig. Kom! Om deze reden  toon  ik  jou  de  aanwezigheid  van  het  'goddelijke gerechtshof'  met  twaalf  afbeeldingen  van  de  ontelbare bewijzen.  Maar  ook  de  aanwezigheid  van  een  wereld van     beloning     en     genade;     en     een     wereld     van gevangenschap  en  straf.  En  zoals  dit  land  elke  dag gedeeltelijk  geleegd  wordt,  zo  zal  er  een  dag  komen waarop   het   in   zijn   geheel   geleegd   en   verwoest   zal worden.

 

Eerste Afbeelding Is  het  ooit  mogelijk  dat  een  koninkrijk  -  vooral  een zo  grandioos  koninkrijk  -  zijn  gehoorzame  onderdanen niet  beloont  en  zijn  opstandelingen  niet  bestraft?  Hier bestaat zoiets vrijwel niet. Daarom moet het 'goddelijke

gerechtshof' ergens anders bestaan.

geen geluid