Als dat zo was, zou zo'n kind hierdoor ofwel verwoest worden ofwel veranderen in een slecht wezen zonder doel ?
Tweede bewijs
De ouderen vertegenwoordigen weer een ander deel van de mensheid. Zij kunnen alléén met het leven na de dood de nabijheid van het graf verdragen. Alléén zo kunnen zij raad vinden in het naderende sterven van hun aardse leven en in het einde van hun mooie wereld waar ze zo aan gehecht zijn. En alléén met hoop op eeuwig leven kunnen zij de dood en het afscheid verdragen, ondanks dat hun kwetsbare geestelijke gestel overeenkomt met dat van een kind en ondanks de verschrikkelijke en pijnlijke wanhoop die de dood oproept. Anders zouden deze bezorgde eerbiedwaardige vaders en moeders die veel behoefte hebben aan innerlijke rust, geestelijk uitermate verscheurd zijn en door verwarring van hun hart zou de wereld voor hen een duistere kerker lijken en het leven een pijnlijke straf.
Derde bewijs
De jongeren vormen de grondslag en de basis van alle maatschappijen. Alléén door de gedachte aan de Hel worden hun hartstochten en buitensporige begeerten en lusten - van overtreding, onderdrukking en verwoesting - in bedwang gehouden. En zo blijft de openbare rust in de maatschappij gehandhaafd. Als er geen angst voor de Hel zou zijn, dan zouden deze dronken jongelui het principe 'Macht is recht' volgen.
En ze zouden achter hun hartstochten aan rennen, zodat de wereld in een hel verandert voor de zwakke en krachteloze mensen. Zij zouden hierdoor de hoge menselijkheid in een zeer lage en beestachtige toestand brengen.
Vierde bewijs
Het gezinsleven is in dit aardse leven de hoeksteen van de mensheid en het is een veelomvattend centrum. Het is ook voor het geluk in deze wereld het Paradijs, de hulpbron en het toevluchtsoord. Voor iedereen is zijn huis een eigen, kleine wereld. En de levenskracht en het geluk van dat huis en dat gezinsleven zijn afhankelijk van hecht, serieus en trouw respect, en echt, liefdevol en offervaardig medelijden. En dit trouwe respect en offervaardige medelijden zijn afhankelijk van de volgende gedachte en grondwaarheid: het bestaan van een eeuwige vriendschap, eeuwig partnerschap en onsterfelijk samenzijn in een oneindige wereld en eeuwigdurend leven met vaderlijke, kinderlijke, broederlijke en vriendschappelijke relaties. Hij zegt bijvoorbeeld: 'Mijn vrouw is mijn blijvende levensgezellin in een eeuwige wereld en in een eeuwig leven. Het geeft niet dat ze tijdelijk oud en lelijk geworden is. Want ze heeft een eeuwige schoonheid die in de toekomst komt. En omwille van dat eeuwige partnerschap zal ik medelijdend en offervaardig zijn.' Zo