Daarna vergelijkt de reiziger de taken van de bergen, de woestijnen en hun wijsheden, met deze twee voorbeelden en komt tot de overtuiging dat de bergen en woestijnen met hun algemene wijsheden, speciaal voor wat de opslagplaatsen betreft, die met een vooruitziende blik zijn gemaakt, de getuigenis en de verklaring van de éénheid van Allah zo krachtig als de
Daarna, terwijl de reiziger met zijn gedachten in de
Er zijn drie werkelijkheden die erop wijzen en die hiervan getuigen.
De eerste werkelijkheid: Het is duidelijk dat elke plant op een heel heldere wijze ordt gevoed, onderhouden en, afhankelijk van de behoefte, wordt voorzien van alle benodigdheden, waardoor ze wordt aangespoord tot dankbaarheid. Zo ook is deze werkelijkheid bij alle dingen duidelijk te zien, net zoals het zonlicht tijdens een zonni
ge dag.
De tweede werkelijkheid: Het sorteren en uitzoeken, dat op een zodanig wijze manier gebeurt. Het versieren en vormen met zoveel barmhartigheid, wat bij de ontelbare verschillende soorten te zien is net zoals bij dag het daglicht, bewijst dat dit op geen enkele manier aan toeval
de kunstwerken en variëteiten van een Alwijze Kunstenaar zijn.
De derde werkelijkheid: De vormen, die op talloze manieren in honderdduizend van elkaar verschillende vormen en gedaanten gestalte aannemen, openen zich en bloeien met de mooiste ordening, schoonheid en afgewogenheid uit enkele, bijna niet van elkaar te onderscheiden, eenvoudige, zielloze, gemakkelijk door elkaar te halen zaadjes en pitten tot tweehonderdduizend verschillende, goed geordende, volledig te onderscheiden, afgewogen, levendige gedaanten, vol wijsheid en zonder fouten en gebreken. Dit bewijs, dat nog duidelijker is dan het zonlicht, toont aan dat er net zoveel getuigen zijn die dit bevestigen als het aantal bloemen, vruchten, bladeren en alles wat er zich in de lente bevindt, waarna de reiziger zegt:
Ter uitdrukking van de bovengenoemde feiten en getuigenissen wordt er op de zesde trede van de eerste uiteenzetting het volgende gezegd:
Het plezier en de motivatie van de nieuwsgierige reiziger, die op gedachtereis is, neemt toe met elke trap die hij omhoog gaat. En nadat hij uit de lentetuin een rozenstruik plukt die vol erkenning en geloof zit, wordt er voor zijn verstand, dat de werkelijkheden accepteert en zijn gedachten die van deze feiten op de hoogte is, de deuren van de dierenen vogelwereld geopend. Met honderdduizend verschillende stemmen en met vele soorten tongen wordt hij naar binnen geroepen. "Komt u maar", zeggen ze. De reiziger ging naar binnen en zag dat alle dieren en vogels, alle soorten, rassen en groepen met hun houding en hun stemmen zeiden. Ze veranderen de aarde in een zikir-huis en een grote bijeenkomst waarbij de éénheid van God wordt ereciteerd. Vol barmhartigheid van de Kunstenaar brengen ze allemaal een Goddelijk
lofdicht, een woord ter lofprijzing en een betekenisvolle letter tot uitdrukking. Hiermee tonen ze Zijn kenmerken en prijzen ze Hem lof.