Het Drieëntwintigste Woord | Het Drieëntwintigste Woord | 22
(1-50)
Jazeker o mens! Jij bent wat je wereldse lichaam en je dierlijk ego betreft, een kleine verzameling, een waardeloos element,  een arm schepsel en een zwak dier dat op alle golven van deze stormende zee die dit bestaan voorstelt, schuddend wordt voortgedreven. Maar door je met de lering van de Islam te vervolmaken, die het licht van de  liefde van Allah omvat en met het licht van het geloof is verlicht, en je Godsdienstoefeningen te verrichten, ben je  een sultan. Je bent een deel van het geheel. Ondanks dat je zo klein bent, bevat je een wereld. Wat je positie in het  bestaan betreft ben je heel groot. Je hebt een brede blik zodat je kunt zeggen: “Mijn barmhartige Heer heeft voor  mij deze wereld tot een huis gemaakt. De maan en de zon heeft Hij voor mijn huis tot een lamp gemaakt. De lente  is een rozenkrans, de zomer een tafel met geschenken, de dieren zijn mijn dienaren en de planten versierende  benodigdheden van mijn huis.”
Tot slot: als jij naar je ego en naar de duivel luistert, val je in het diepste der diepten. Als je naar de Qur’an en de  werkelijkheid luistert, stijg je op tot aan de hoogste plaats in de hemel en word je een mooie index van dit bestaan.
Het vijfde punt: de mens is als gast en ambtenaar naar deze wereld gestuurd en heeft waardevolle eigenschappen  gekregen. En afhankelijk van zijn eigenschappen heeft hij belangrijke opdrachten opgelegd gekregen.
En om hem te laten werken voor die doeleinden, die opdrachten, wil Allah hem overtuigen en maakt hem bang  met sancties. De opdracht van de mens en de achtergronden van de Godsdienstoefeningen zullen we hier, zoals  we dat op andere plaatsen hebben verklaard, kort toelichten zodat het geheim van de meest verheven plaats wordt  begrepen.
Nadat de mens  op deze wereld komt heeft hij “twee manieren” van Godsdienstuitoefening. De eerste manier is Godsdienstoefeningen verrichten op een stille, innerlijke manier, door bezinning. De tweede manier is een Godsdienstoefening  in de vorm van aanspreking, een smeekgebed.
De eerste manier houdt in dat je het koninkrijk van de Heer, dat in het bestaan te zien is, gehoorzamend bevestigt  en Zijn perfecties en schoonheden met verbazing aanschouwt. Je laat de unieke kunstwerken die bestaan uit de  werken van de heilige schone namen van Allah aan elkaars lerende blikken zien om zo getuige en verkondiger te zijn.
Hierna weeg je met de weegschaal van het verstand de diamanten van de schone namen van de Heer, die elk  een verborgen, geestelijke schat zijn om zo hun waarde prijzend uit te drukken.
Daarna bestudeer je met verbazingwekkende bezinning de pagina’s van het bestaan, die zijn als brieven van de  pen der kracht en de bladzijden van de hemel en de aarde.
geen geluid