Kleine Woorden | Kleine Woorden | 15
(1-50)

Ik zal alle kosten op me nemen en zorgen  voor  alles  wat  er  nodig  is.  Al  de  opbrengst  en  het profijt  zal  ik  aan  jullie  geven  en  totdat  jullie  dienst  wordt beëindigd zal ik de bezittingen in jullie handen laten. Dit is in vijf opzichten een winst. Als jullie datgene wat aan jullie is toevertrouwd  niet  aan  mij  verkopen,  zal  het,  zoals  dat  bij iedereen gebeurt, verloren gaan. Jullie zien zelf immers ook dat  niemand  datgene  wat  hij  in  zijn  bezit  heeft,  kan  beschermen.  Het  zal  voor  niets  vergaan  en  jullie  zullen  niet kunnen  profiteren  van  die  grote  winst.  En  omdat  die  fijne, waardevolle  werktuigen  en  meetinstrumenten  niet  de  juiste grondstoffen  en  werken  zullen  vinden,  zullen  ze  in  waarde volledig  dalen.  Tevens  zullen  jullie  de  moeite  en  de  last ondervinden  van  hun  onderhoud  en  bescherming  en  de straf  ondergaan  voor  het  schenden  van  hetgeen  jullie  is toevertrouwd. Dit is in vijf opzichten een verlies. Bovendien betekent het als jullie de spullen aan mij verkopen dat jullie een soldaat van me worden en ook zullen handelen in mijn  naam.  Jullie  zullen  in  plaats  van  een  ordinaire  gevangene en  een  tomeloos  figuur,  een  bijzondere,  vrije  en  trouwe soldaat worden van een verheven koning.

Nadat ze naar deze proclamatie en tevens gunstvolle uitspraak  hadden  geluisterd,  zei  de  verstandige  onderdaan: "Ik  zal  het  met  genoegen  verkopen.  Bovendien  zal  ik  zeer  dankbaar zijn." De  andere,  arrogante,  zelfzuchtige  dwaas,  met  een  ego gelijk  aan  die  van  een  farao,  geen  weet  hebbend  van  de chaotische  en  stormachtige  toestand  van  de  wereld,  denkend dat hij eeuwig in die boerderij zal blijven, zei: "Neen!  Wie  is  de  Koning?  Noch  zal  ik  mijn  bezit  verkopen  noch mijn rust verstoren"  Na een tijd bereikte de eerste man een zodanige rang dat iedereen hem benijdde. Hij ontving de gunst van de Koning en leefde gelukkig in zijn bijzondere paleis. De andere man  kwam  in  een dusdanige  toestand  terecht  dat  iedereen  medelijden  met  hem  kreeg,  maar  ze  vonden  tegelijkertijd  dat het  zijn  verdiende  loon  was.  Door  zijn  eigen  fout  was  hij  immers  zijn  geluk  en  zijn  bezit  kwijtgeraakt.  Daarnaast kreeg hij ook nog eens straf en ondervond hij veel smart.

O  ziel,  vol  van  verlangen!  Kijk  met  deze  parabel  in  gedachte  naar  het  gezicht  van  de  waarheid.  De  Koning  is  in werkelijkheid  jouw  Heer,  jouw  Schepper,  de  eeuwige  Koning.  En  die  boerderijen, machines, werktuigen  en meetinstrumenten  zijn  de  bezittingen  in  jouw  leven  zoals  jouw  lichaam, jouw geest en jouw hart en hierin jouw innerlijke en uiterlijke zintuigen en vermogens zoals jouw oog, jouw tong, jouw  verstand  en  jouw  verbeeldingskracht.  De  trouwe  gezant is de edele profeet Mohammed. En die wijze proclamatie is de wijze Qoer'an die de grote ruil, wat het onderwerp van deze parabel is, met het volgende vers verkondigd: "Voorwaar, Allah heeft van de gelovigen hun levens en be

zittingen gekocht omdat er voor hen het Paradijs is" [Qoer'an 9:111] Het  stormachtige  oorlogsgebied  in  de  parabel  symboliseert deze onstuimige wereld. Deze wereld blijft niet stabiel. Hij is in  beweging en brokkelt af. En  dit roept bij iedereen de volgende gedachte op: "is er, nu we inzien dat we alles zullen verliezen en dat alles zal vergaan, dan geen manier  om  de  wereld  en  haar  zaken  te  behouden  door  alles  te vereeuwigen?"   Ineens   wordt   de   hemelse   stem   van   de Qoer'an  gehoord:  "Inderdaad!  Die  is  er.  Het  is  zelfs  een aangename en gemakkelijke manier met vijf voordelen." Vraag: "op welke manier?" Antwoord: "door het bezit dat aan jullie is toevertrouwd te verkopen aan de ware eigenaar ervan.

geen geluid