Hij zag dat in het hele land een feest voor de collectieve dienstbeëindiging aan de gang was met uitingen van gejuich en tevredenheid. Hij hoorde tromgeroffel en muziek tijdens iedere vreugdevolle oproep met de uitingen van de grootheid en
de eenheid van God. In plaats van de kwelling die de vorige, ongelukkige man ondervond door het verdriet van hemzelf en dat van het hele volk, werd deze gelukkige man
opgelucht en verlicht door zijn eigen vreugde en dat van iedereen uit zijn omgeving. Daarnaast dreef hij goede handel en was God zeer dankbaar. Na een poos kwam de rechtschapen man de andere, egoïstische man tegen. Hij begreep de situatie waarin hij verkeerde en zei tegen hem: "Zeg, ben jij je verstand verloren? Je innerlijke slechtheden moeten naar buiten weerspiegeld zijn waardoor je het lachen als huilen en de dienstbeëindiging als bestelen en als plunderen hebt ervaren. Kom tot bezinning! Reinig je hart, opdat deze ellendige sluier voor je ogen wordt opgeheven en je de waarheid kunt
zien. Want, een land van een absoluut rechtvaardige, barmhartige en machtige koning die alles goed ordent, genadig is en zijn onderdanen goed onderhoudt, een land
dat tevens in zulke mate de tekenen van vooruitgang en volmaaktheid laat zien, kan niet zo zijn zoals jij je dat verbeeldt". Hierna kwam die ongelukkige man tot bezinning,
had berouw en zei: "Ik was inderdaad door mijn dronkenschap mijn verstand wijtgeraakt. Je hebt me verlost van een helse situatie. Moge God jou goed gezind zijn."
O mijn ziel! Weet dat de eerste man een ongelovige of een achteloze zondaar is. Deze wereld is in zijn ogen een algemene rouwplaats. Ieder levend wezen is een wees die weent vanwege de tegenslagen. Vanwege het uiteengaan en het tenietgaan van al zijn geliefden. Dieren en Mensen zijn wezens zonder een baas, die door de klauwen van de dood worden verslonden. De grote schepselen zoals bergen en zeeën zijn als zielloze, erschrikkelijke lijken. Zeer pijnlijke, benauwende en angstaanjagende waanvoorstellingen zoals deze vloeien voort uit ongeloof en uit misleiding van de ongelovige mens; ze kwellen hem van binnen. De andere man is een gelovige. Hij kent en erkent God. In zijn ogen is deze wereld een gedenkplaats van God, de Barmhartige.