Vooren tegenspoed liggen in Zijn handen. Hij is Alwetend, Hij zal geen zinloos werk verrichten.  Ook  is  Hij  barmhartig,  zijn  gunst  en  genade  zijn groot." Omdat de dienaar van God dit gelooft, vindt hij in alles een toegangspoort tot de schat van Gods barmhartigheid,  waar  hij  aanklopt  met  zijn  gebed.  Tevens  ziet  hij  dat alles onderworpen is aan het bevel van zijn Heer bij wie hij daarom  ook  zijn  toevlucht  zoekt.  Door  op  Hem  te  vertrouwen en zich in Hem te berusten, vindt hij bescherming tegen alle  tegenspoed.  Zijn  geloof  geeft  hem  een  totale  bescherming. Jazeker! Zoals het geloof in God en dienaarschap de bron  is  voor  iedere  werkelijke  weldaad,  zo  is  het  ook  de bron  voor  dapperheid.  Zoals  de  dwaling  de  bron  is  voor alle zonden, zo is het ook de bron voor alle angsten. Wanneer  de  wereld  zou  exploderen,  zou  het  een  dienaar  met een  totaal  verlicht  hart  hoogstwaarschijnlijk  niet  beangstigen.  Hij  zal  misschien  de  geweldige  kracht  van  zijn  Heer met  bewondering  aanschouwen.  Maar  als  een  ngelovige filosoof,  die  zogenaamd  verstandig  is,  maar  in  dwaling verkeert, in de lucht een komeet zou zien, zou hij rillen van angst en zich afvragen: "Wat als hij inslaat?" (Een tijd gele den schrok Amerika van een dergelijke komeet. Velen verlieten "s nachts hun woning).

Waarlijk!  Naast  het  feit  dat  de  mens  behoefte  heeft  aan talloze dingen, stelt zijn vermogen niets voorEn naast het feit dat de mens onderhevig is aan onnoemelijk veel onheil, heeft hij een kracht die niets voorsteltDe omvang van zijn vermogen en zijn kracht zijn als het ware gelijk aan de reikwijdte  van  zijn  handen.  Maar  de  omvang  van  zijn  wensen en begeertes, leed en tegenspoed is daarentegen gelijk aan de  reikwijdte  van  zijn  zicht  en  zijn  fantasie.  Daar  de  mens dusdanig  machteloos  en  zwak,  arm  en  behoeftig  is,  zal diegene  die  niet  totaal  blind  is,  zien  en  bevatten  wat  voor een  grote  winst,  geluk  en  gunst  het  voor  de  ziel  van  de mens  is  wanneer  men  God  dient,  op  Hem  vertrouwt,  Zijn eenheid erkent en zich aan Hem onderwerpt. Het  ligt  voor  de  hand  dat  een  veilige  weg  de  voorkeur heeft boven een onveilige weg, ook al is de kans dat er iets gebeurt één op de tien. De weg van dienaarschap, wat hier het onderwerp is, is niet alleen veilig, maar leidt tevens negen van de tien keer tot een "schat van eeuwige gelukszaligheid".  Echter,  de  weg  van  zonde  en  verspilling  levert  zelfs  met  de  erkenning  van  de  zondaargeen  profijt  op.

Daarnaast kan uit getuigenissen van ontelbaar veel deskundigen  vastgesteld  worden  dat  het  volgen  van  de  weg  van zonde en verspilling negen van de tien keer eeuwige ellende teweeg brengt. Dit is tevens bekrachtigd door de kennisgeving  van  diegenen  die  het  mysterie  van  het  onzichtbare hebben ontsluierd en ondervonden.

In het kort: het geluk in deze wereld is net zoals het geluk van het hiernamaals te vinden in het dienen van God en het treden onder Zijn gezag. Hierdoor horen we steeds te zeggen:

"alle  lof  aan  God  dat  wij  Hem  mogen  dienen  en zijn  leiding  mogen  ontvangen."  En  we  moeten  dankbaar zijn dat we moslim zijn.