Voorwoord
[Hier volgen een paar aanwijzingen over de zaken die in het 22ste, 19de en 26ste woord verklaard zijn. Eerste opmerking: de sufferd en de vriend met wie hij spreekt kennen drie werkelijkheden in het vorige verhaal:
de eigenzinnige ziel (nefs-i emmâre) en het hart; de volgelingen van de filosofie en de leerlingen van de alwijze Koran; de ongelovigen en de islamitische gemeenschap.
De volgelingen van de filosofie, de ongelovigen en de eigenzinnige ziel willen God niet erkennen. Dit is hun grootste dwaling. De oprechte man in het voorafgaande verhaal zei: 'Elke letter moet door iemand geschreven zijn. Elke wet moet door iemand gemaakt zijn.'
En wij zeggen: 'Een boek, vooral zo'n boek dat in elk woordje een ander boek met een fijne pen is geschreven. En in elke letter van dit boek is een geweldig gedicht geschreven.' Zo'n boek
Het is evenzo onmogelijk en uitgesloten dat deze kosmos geen ontwerper heeft. Want deze kosmos is zo'n boek! Ieder pagina van deze kosmos bevat vele boeken. Zelfs in ieder woord bevindt zich een boek.
En in ieder letter zit een gedicht. De aardbodem is slechts één enkele pagina uit het boek van de kosmos. Deze bevat talrijke boeken. Een boom is één woord. Dit beslaat talrijke pagina's. Een vrucht is één letter. Een pit is één punt. In deze punt staat een inhoudsopgave van een grote boom. Dus dit geweldige boek kan alleen geschreven zijn met het machtige penseel van de Almachtige. En Hij moet de volgende kenmerken bezitten: grenzeloze macht, wijsheid, schoonheid en grootheid. Dus door wat het stomdronken bent door misleiding ? heelal getuigt, moet je wel geloven, tenzij je Elk huis moet zijn bouwmeester hebben. Dit geldt vooral voor een huis dat versierd is met wonderlijke kunstwerken, verbazende ornamenten en unieke versiersels. Bovendien bevindt het totale kunstwerk van een paleis zich in iedere steen van dat huis. Geen enkel verstand accepteert dat het zonder een bouwmeester is ontstaan, want voor een paleis is een zeer vaardige bouwmeester nodig. In het bijzonder in dat gebouw worden - net als de schermen van een bioscoop - elk uur echte woningen gebouwd en ze worden in een perfecte orde veranderd; net zoals Hij de kleding verwisselt. Zelfs in elk scherm (kamer) worden talloze kleine woningen gecreëerd. Dit universum vereist evenzo een alwijze, alwetende en almachtige Bouwmeester (God). Want dit grandioze universum is een prachtig paleis met de maan en zon als lampen en de sterren als kaarsen en de tijd als touw of haspel. Die glorierijke Schepper hangt hieraan elk jaar een andere wereld die Hij tentoonstelt. Van deze wereld vernieuwt Hij de driehonderdzestig vormen op een geordende manier. Hij verwisselt ze met de schoonste orde en wijsheid. Hij heeft de aardbodem gemaakt als een gedekte tafel met cadeautjes, en die versiert Hij elke lente met driehonderdduizend soorten creaties. Hij vult die tafel aan met ontelbare soorten cadeaus op zo'n manier dat ze, ondanks de eenheid die ze vormen, nog steeds apart te herkennen zijn. Vergelijk hiermee de andere aspecten. Hoe