De Opstanding en het Hiernamaals | De Opstanding en het Hiernamaals | 20
(1-61)

Vierde waarheid  

De deur van milddadigheid en schoonheid; dit is de manifestatie   van   Zijn   namen  'de   Milddadige'   en   'de Schone' (Cevvad, Cemil).

Is     het     ooit     mogelijk     dat     een     onuitputtelijke milddadigheid  en  openhartigheid,  grenzeloze  rijkdom, oneindige      schatkamers,      onsterfelijke      schoonheid zonder  voorbeeld  en  eeuwige  perfectie  bestaan,  maar dat  die  niet  het  eeuwige  bestaan  van  arme  gasten, bewonderende  toeschouwers  en  begerige  getuigen  in een   wereld   van   geluk   en   vreugde   wensen?   Ja,   de aardbodem    is    versierd    met    vele    versieringen    en kunstwerken.   De   maan   en   zon   als   lampen   en   de

aardbodem  als  een  gedekte  tafel  die  rijkelijk  gevuld  is met giften en de mooiste gerechten.  De fruitbomen als een  schaal  die  in  elk  seizoen  meerdere  keren  wordt bijgevuld.  Dit  verwijst  openlijk  naar  een  onuitputtelijke milddadigheid en openhartigheid. Die milddadigheid en openhartigheid   vergen   zulke  oneindige  schatkamers.

En  zulke  genade  vergt  een  gastmaal  en  een  wereld van  gelukzaligheid  met  alles  erin  wat  het  hart  begeert.

Deze  vergt  ook het  voortbestaan  van  hen  die genieten van  dat  gastmaal en  hun  eeuwige  aanwezigheid  in  die wereld  van  gelukzaligheid.  Zodat  zij  geen  pijn  voelen

bij  het  einde,  de  dood.  Want  na  pijn  komt  vreugde  en na  vreugde komt  pijn.  Zo'n milddadigheid  wil  geen  pijn doen.

Deze  Milddadige  vereist  dus  een  eeuwig  Paradijs en daarin bewoners met eeuwige behoeften. Want Zijn onuitputtelijke    milddadigheid    en    gastvrijheid    willen oneindig    goeddoen    en    tevredenstellen.    Tegenover oneindig  goeddoen  en  tevredenstellen  moet  oneindige dankbaarheid  staan.  Dit  vereist  het  voortbestaan  van

hen  die  deze  weldaden  hebben  ontvangen  -  zodat  zij als  tegenprestatie  voor  die  oneindige  weldaden  hun dank  kunnen  tonen  en  zo  hun  schuld  inlossen.  Want

in  pijn,  wat  niet  verenigbaar  is met  deze milddadigheid anders verandert dat korte plezier aan het einde snel en gastvrijheid.

Kijk ook naar het gehele universum, want dat is Zijn tentoonstellingsgebouw   waarin   Hij   Zijn   kunstwerken openbaart.  En  let  goed  op  de  handen  van  planten  en bekendmakingen  op  de  aardbodem.  En  luister  goed naar  de  verkondigingen  van profeten en  heiligen,  want zij  laten  het  mooie  van  Gods  heerschappij  zien.  Zij vertonen en verkondigen eenstemmig de volmaaktheid van    de    Roemrijke    Schepper    met    Zijn    prachtige kunstwerken.  En  zij  richten  alle  aandachtige  blikken daarop. Dus  de  Schepper  van  deze  wereld  heeft  een  erg belangrijke en verbazende verborgen volmaaktheid. Hij wil die laten zien met deze briljante kunstwerken. Want deze     Onzichtbare,     Perfecte     Heer     verlangt     naar waardering  en  bewondering,  en  dat  de  toeschouwers Hem      erkennen      met      Masaallah!      (uitroep      van bewondering).

Oneindige   volmaaktheid   wil   dus   eeuwig   gezien worden.  Dit  vereist  het  voortbestaan  van  hen  die  Zijn dieren, want ze dragen de goddelijke volmaaktheid verandert  de waarderen waarde en bewonderen. Anders volmaaktheid van in waardeloosheid bewonderaars. in de van ogen tijdelijke Deze mooie, kunstige en glinsterende Ja, op een dorre en kale boom kan een erg mooie, geborduurde bloem staan, en het fruit is een erg mooi en sierlijk kunstwerk. Ze zijn    vanzelfsprekend    de    bekendmakingen    van    een    grote kunstlievende, wonderlijke en wijze Kunstenaar. Hij laat daarmee Zijn schone kunsten aan verstandige schepsels zien. Vergelijk dit ook met planten en dieren.

Ja,  zoals  het  spreekwoord:  ooit  werd  een  waardeloze  man verliefd  op  een  schoonheidskoningin,  maar  zij  verjoeg  hem  uit haar buurt. En om zichzelf te troosten zei deze man: 'Bah, wat is ze lelijk.' Daarna ontkende hij haar schoonheid. En  een  beer  ging  eens  onder  een  heerlijke  wijnstok  staan.  De druiven wilde hij eten, maar hij kon er niet bij. Hij kon die wijnstok  versiersels  die  in  het  gezicht  van  de  hemel  verspreid zijn,  berichten  de  schoonheden  van  een  verborgen  en weergaloze  Schone  Heer.  Maar  ze  berichten  ook  Zijn verborgen,   weergaloze   volmaaktheid,   zoals   het   licht manifestatie  van Zijn edele en heilige schoonheid naar Zijn  namen  en  naar  de  vele  schatten  die  in  elke  naam aanwezig  zijn.  En  de  bezitter  van  die  verborgen  en weergaloze     hoge     schoonheid     wenst     Zijn     eigen schoonheid  in  een  spiegel  te  zien.  En  Hij  wil  de  graad en    waarde    van    Zijn    schoonheid    in    begerige    en met  de  ogen  van  anderen,  waarmee  Hij  opnieuw  naar Zijn eigen liefdevolle schoonheid kijkt.

geen geluid