De Opstanding en het Hiernamaals | De Opstanding en het Hiernamaals | 26
(1-61)

kunstwerken   op   deze   kunstmarkt   van   de   wereld   te bezichtigen.  Ze  zijn  hier  voor de  handel  en  blijven  een paar    minuten    om    die    te    bekijken,     waarna    ze

verdwijnen.    De    tentoonstelling    zelf    verandert    elke minuut.  Zij  die  gegaan  zijn  komen  niet  meer  terug,  en zij  die  gekomen  zijn  gaan  weg.  Dus  deze  toestanden

en      veranderingen      verwijzen      naar      achter      dat gastenhuis, die plaats en deze tentoonstellingen. En ze bewijzen  de  aanwezigheid  van  oneindige  paleizen  en

blijvende  woningen  die  geschikt  zijn  voor  dat  Eeuwige Koninkrijk.   En   daar   in   dat   rijk   zijn   wijnbergen   en schatkamers  vol  met  de  reinste  en  hoogste  originelen

van  de  afdrukken  en  voorbeelden  die  wij  hier  in  de wereld   zien.   Dus   die   zijn   er   als   beloning   voor   de inspanningen  hier.  Hij  geeft  hier  het  werk  en  daar  het

loon. Voor elke ontvanger is daar - als hij niet is gezakt voor het examen - een gelukzaligheid die afhankelijk is van  zijn  daden.  Het  is  daadwerkelijk  onmogelijk  dat

 zo'n  eeuwig  koninkrijk  alleen  maar  tot  vergankelijke, verloren en sterfelijke zielen beperkt blijft.

Kijk   naar  die  waarheid  met  deze voorbeeldverrekijker.   Bijvoorbeeld:   je   bewandelt   een weg.  Je  ziet  een  huis  voor  je  op  je  weg  staan.  Een Grote Heer heeft dat huis voor zijn gasten gemaakt, die naar  hem  toe  komen.  Hij  besteedt  veel  geld  aan  de decoratie  van  dat  huis,  zodat  zijn  gasten  een  nachtje kunnen   verblijven   en   wat   kunnen   leren.   Bovendien kunnen   die   gasten   de   decoratie   in   een   korte   tijd nauwelijks bekijken en de geschenken die ze gekregen hebben  kunnen  ze  nauwelijks  proeven,  waardoor  ze onverzadigd   vertrekken.   Maar   ieder   van   hen   maakt foto's  met  zijn  eigen  persoonlijke  fotocamera  van  de dingen in dat huis. Ook de dienaren van die Grote Heer maken  zorgvuldig  foto's  van  de  handelingen  van  deze mensen  en  ze  noteren  die.  En  je  ziet  dat  die  Grote Heer elke dag   het   merendeel   van   die   waardevolle decoratie  vernielt.  Daarna  verzorgt  hij  voor  zijn  nieuwe gasten  nieuwe  decoratie.  Deze  Heer  die  dit  huis  op deze  weg heeft  gemaakt,  ook    erg bestendige  huizen en  waardevolle bezit erg hoge en onuitputtelijke  schatkamers  en  een  erg  grote  royaliteit, of  twijfel je  nog  hierover, nadat  je  dit  hebt gezien?  Met deze  geschenken hier in  dit  huis  wekt hij de  eetlust op voor  de  dingen  die  hij  bij  zichzelf  heeft.  En  hij  maakt hun  verlangens  wakker  voor  de  giften  die  hij  voor  hen klaargelegd  heeft.  Wanneer  je  eveneens  de  toestand van  dit  aardse  gastenhuis  nuchter  bekijkt,  dan  begrijp je de volgende 'negen principes': Eerste principe: je begrijpt dat deze wereld net als dat   huis   ook   niet   voor   zichzelf   bestaat   (?).   En   uit zichzelf deze vorm aannemen is onmogelijk. De wereld is   zeker   een   gastenhuis;   en   deze   is   met   wijsheid gemaakt  voor  de  verwelkoming  van  de  schepsels  in karavanen,  opdat  ze  hierin  even  verblijven  voordat ze verder reizen.

 

Tweede principe: je begrijpt ook dat de bewoners van dit huis gasten zijn. Zij worden door hun Vrijgevige Heer in het Paradijs uitgenodigd.

geen geluid