In het begin zeiden we al dat het hele bestaan in haar daden “Bismillah” uitdrukt. Is dat nu wel zo?
Jazeker. Wanneer jij ziet dat één enkele persoon ergens vandaan komt en alle inwoners van een stad met dwang ergens naar toe stuurt en daar laat werken dan geloof je zeker dat deze persoon niet namens zichzelf of op eigen kracht handelt. Hij lijkt dan meer op een soldaat die in de naam van de staat handelt en zich steunt op de macht van een koning. Zo ook handelt alles in de naam van God de Gerechtigheid. Kleine zaadjes en pitjes dragen grote bomen op hun schouders en tillen gewichten op die net zo zwaar als bergen zijn. Dit betekent dus dat elke boom “Bismillah” zegt. Ze vullen hun handen met vruchten uit de schatkamer van barmhartigheid en reiken ze ons aan. Elke groentetuin zegt: “Bismillah” en wordt een ketel uit de keuken van Goddelijke kracht waarin verschillende, veelsoortige, lekkere gerechten tegelijkertijd worden gekookt. Alle gezegende dieren zoals koeien, kamelen, schapen en geiten zeggen: “Bismillah”, waardoor hun uiers worden gevuld met barmhartigheid en in kranen veranderen waar melk uitstroomt. Ze geven ons in de naam van de Voorziener de zuiverste en lekkerste melk dat als levengevend water dient. Elke plant, boom en struik zegt: “Bismillah”, zodat hun wortels, die net zo zacht als zijde zijn, hard steen en zand kunnen doorboren. Ze zeggen: "In naam van God. In naam van de Barmhartige", waardoor alles zich in hun dienst stelt.
Jazeker, dat hun takken zich in de lucht uitstrekken en vruchten geven en dat hun wortels met absoluut gemak zich in hard steen en grond uitstrekken en zelfs onder de grond ook vruchten geven. En dat hun dunne, groene bladeren ondanks de brandende hitte, maanden lang groen blijven is voor de naturalisten een harde klap in hun gezicht. Mogen ze blind worden. De planten, bomen en struiken steken een vinger in het oog van de naturalisten en zeggen: “Ook de hardheid en de warmte handelen onder een bevel, waardoor onze wortels, die zo zacht als zijde zijn, net zoals de staf van Mozes (A.S) het commando:
Alles zegt nu eenmaal “Bismillah” en ze geven ons nu eenmaal in de naam van God deze Goddelijke geschenken, dan moeten wij ook “Bismillah” zeggen. En moeten we geven in de naam van God, aannemen in de naam van God en vermijden iets aan te nemen van de mensen die God zijn vergeten en dus niet in Zijn naam geven.