Na Siirt vertrok Bediüzzaman naar het dorp van Tillo (Aydınlar). Hier verbleef hij drie maanden in een klein overkoepeld gebouw op een heuveltop buiten het dorp genoemd 'Kubbe-i Hasya'. De Arabische lexicon Qamus alOkyanus memoriseerde hij hier tot aan de veertiende letter van het Arabische alfabet. Elke dag gaf hij de inhoud van zijn soep aan de mieren en nam zelf genoegen met brood en het water van de soep. Wanneer men vroeg waarom hij dit doet, antwoordde hij: "De mieren hebben een republikeins beheer. Als beloning hiervoor wil ik hun helpen." Terwijl hij in Tillo verbleef, droomde Bediüzzaman dat Sjeik Abd al-qadir Geylani hem vertelde om naar Mustafa Pasha te gaan, de leider van de stam Miran. Hij moest hem adviseren zijn tirannie op te geven en de verplichte
gebeden uit te voeren. Ook moest hij hem aanbevelen het goede te doen. Zoniet, dan moest hij hem doden. Zo vertrok hij naar de stam Miran. De stammenleider was op de hoogte van Molla Said's buitengewone kennis en wetenschap. Zo vertelde hij Bediüzzaman dat hij een wedstrijd tussen hem en de godsdienstige geleerden van Jizre zou opzetten: "Als u de geleerden verslaat," zei hij, "Zal ik doen wat u zegt en de gebeden uitvoeren. Maar als u hen niet kunt verslaan, zal ik u in de rivier werpen." Bediüzzaman ging akkoord met de wedstrijd die op de plaats moest worden gehouden genoemd Bani Han aan de oevers van Tigris. Bediüzzaman beantwoordde de 40 vragen die de geleerden hadden voorbereid en won de wedstrijd. Hierop gaf Mustafa Pasha Bediüzzaman een Mauser geweer, welke hij Bediüzzaman had beloofd, en begon zijn dagelijkse gebeden uit te voeren.
De periode van de "Oude Said" (tot 1926)
In Mardin en Bitlis, raakte Bediüzzaman betrokken in een aantal politieke en sociale kwesties. Bij een formele gelegenheid verzette hij zich tegen sommige ambtenaren die, in strijd met de Islam, alcohol dronken en gaf hen een strenge waarschuwing. Hierdoor werd hij door de Gouverneur verbannen naar Bitlis.
In de twee jaar tijd dat hij in Bitlis verbleef, memoriseerde Bediüzzaman rond de veertig werken aangaande de Islamitische wetenschappen, met inbegrip van Matali, Mawaqif en Mirqat. Vanuit zijn geheugen las hij elke dag een gedeelte om zodoende in drie maanden tijd alle boeken nogmaals te herhalen.
Op de uitnodiging van Hasan Pasha en Tahir Pasha verliet Bediüzzaman Bitlis en ging naar Van. Hier begon hij met de studie van de moderne fysieke wetenschappen. Door eigen inspanning, leerde hij wetenschappen zoals geschiedenis, aardrijkskunde, wiskunde, geologie, natuurkunde, chemie, en astronomie. Hij hield wetenschappelijke debatten met leraren van chemie en aardrijkskunde. Terwijl hij in Van was, toonde Tahir Pasha hem een schok kend krantbericht. In het Britse Parlement hield de Minister van de Kolonies, Gladstone, een exemplaar van de Heilige Qur'an omhoog en zei: "Zolang de Moslims de Qur'an hebben zullen wij niet over hen kunnen heersen.