De Versluiering Het vasten | De Versluiering Het vasten | 4
(1-50)

Na Siirt vertrok Bediüzzaman naar het dorp van Tillo (Aydınlar). Hier verbleef hij drie maanden in een klein overkoepeld  gebouw  op  een  heuveltop  buiten  het  dorp  genoemd  'Kubbe-i  Hasya'.  De  Arabische  lexicon  Qamus  alOkyanus memoriseerde hij hier tot aan de veertiende letter van het Arabische alfabet. Elke dag gaf hij de inhoud van  zijn  soep aan  de mieren  en nam  zelf  genoegen met  brood  en  het water  van  de  soep. Wanneer  men  vroeg waarom hij dit doet, antwoordde hij: "De mieren hebben een republikeins beheer. Als beloning hiervoor wil ik hun helpen." Terwijl hij in Tillo verbleef, droomde Bediüzzaman dat Sjeik Abd al-qadir Geylani hem vertelde om naar Mustafa Pasha te gaan, de leider van de stam Miran. Hij moest hem adviseren zijn tirannie op te geven en de verplichte

gebeden uit te voeren. Ook moest hij hem aanbevelen het goede te doen. Zoniet, dan moest hij hem doden. Zo vertrok  hij  naar  de  stam  Miran.  De  stammenleider  was  op  de  hoogte  van  Molla  Said's  buitengewone  kennis  en wetenschap. Zo vertelde hij Bediüzzaman dat hij een wedstrijd tussen hem en de godsdienstige geleerden van Jizre zou opzetten: "Als u de geleerden verslaat," zei hij, "Zal ik doen wat u zegt en de gebeden uitvoeren. Maar als u hen niet kunt verslaan, zal ik u in de rivier werpen." Bediüzzaman ging akkoord met de wedstrijd die op de plaats moest worden gehouden genoemd Bani Han aan de oevers van Tigris. Bediüzzaman beantwoordde de 40 vragen die  de  geleerden  hadden  voorbereid  en  won  de  wedstrijd.  Hierop  gaf  Mustafa  Pasha  Bediüzzaman  een  Mauser geweer, welke hij Bediüzzaman had beloofd, en begon zijn dagelijkse gebeden uit te voeren.

 

De periode van de "Oude Said" (tot 1926)

In Mardin en Bitlis, raakte Bediüzzaman betrokken in een aantal politieke en sociale kwesties. Bij een formele gelegenheid verzette hij zich tegen sommige ambtenaren die, in strijd met de Islam, alcohol dronken en gaf hen een strenge waarschuwing. Hierdoor werd hij door de Gouverneur verbannen naar Bitlis.

In de twee jaar tijd dat hij in Bitlis verbleef, memoriseerde Bediüzzaman rond de veertig werken aangaande de Islamitische wetenschappen, met inbegrip van Matali, Mawaqif en Mirqat. Vanuit zijn geheugen las hij elke dag een gedeelte om zodoende in drie maanden tijd alle boeken nogmaals te herhalen.

Op de uitnodiging van Hasan Pasha en Tahir Pasha verliet Bediüzzaman Bitlis en ging naar Van. Hier begon hij met  de  studie  van  de  moderne  fysieke  wetenschappen.  Door  eigen  inspanning,  leerde  hij  wetenschappen  zoals geschiedenis, aardrijkskunde, wiskunde, geologie, natuurkunde, chemie, en astronomie. Hij hield wetenschappelijke debatten met leraren van chemie en aardrijkskunde. Terwijl hij in Van was, toonde Tahir Pasha hem een schok kend  krantbericht.  In  het  Britse  Parlement  hield  de  Minister  van  de  Kolonies,  Gladstone,  een  exemplaar  van  de Heilige Qur'an omhoog en zei: "Zolang de Moslims de Qur'an hebben zullen wij niet over hen kunnen heersen.

geen geluid