EEN VRUCHT VAN DE ZWARTE MOERBEIBOOM.
(De oude Said heeft het begin van de gezegende moerbei met de tong van de nieuwe Said gezegd.)
Het is niet Ziya Paşa die ik aanspreek, maar de minnaars van Europa.
Mijn ego is niet de spreker, maar mijn hart als student van de Qur'an.
Ë
De vorige woorden zijn werkelijkheid. Verhoede je om je te vergissen en overschrijd je grenzen niet.
Laat je niet verleiden door de mening van de vreemden. Dat is dwaling, beluister deze niet. Je zult het zeker berouwen.
Ë
Je ziet dat de verstandigste, de vaandeldrager in het verstand in verbaasdheid altijd zegt: "O jee! Wie moet ik over wie beklagen. Zelfs ik ben verward."
Ë
De Qur'an laat het zeggen en ik zeg het ook zonder me te weerhouden.
Ik beklaag me over mijn ego aan Hem en verwar het niet zoals jij.
Ë
Ik beklaag me over onrechtvaardigheid aan de Gerechtigheid en ga niet te ver zoals jij.
Van de aarde tot aan de hemel zet ik me in voor de Islam en loop niet weg zoals jij.
Ë
Doordat in de Qur'an alles van verlichting naar verlichting gaat, trek ik mij niet terug zoals jij.
Het is in de Qur'an waarheid en wijsheid. Ik kan het aantonen en de tegenpartij van filosofen interesseert mij geen cent.
Ë
Het is in de Qur'an de diamanten werkelijkheid. Ik accepteer het met heel mijn ziel en verkoop het niet zoals jij.
Ik reis van het volk naar de Gerechtigheid en dwaal niet af zoals jij.
Ë
Ik vlieg over de weg met doorns en trap er niet op zoals jij.
Ik toon mijn dank van de aarde tot aan de troon van God en verzuim het niet zoals jij.
Ë
Ik zie de dood, het laatste uur als een vriend en ben niet bang zoals jij.
Ik ga het graf lachend binnen en deins niet terug zoals jij.
Ë
Een mond van een draak, een bek van verschrikking en een keel van het niets. Ik zie het niet zoals jij.
Het brengt mij samen met mijn vrienden. Ik maak me niet boos over het graf en word niet kwaad zoals jij.
Ë
Deur van barmhartigheid, deur van verlichting, deur van gerechtigheid, ik vind het niet vervelend en trek me niet terug.
Ik zeg "bismillah" (in de naam van Allah) en klop aan. (voetnoot - [1]) Ik kijk niet achterom en wordt ook niet bang.
Ë
Ik zeg "elhamdoelillah" (alle lof aan Allah). Ik vind rust en zal gaan slapen. Ik krijg het niet moeilijk en bevind me niet in verschrikking.
Ik zal "allahoe akbar" (Allah is de grootste) zeggen, wanneer ik de roep van de opstanding hoor en sta dan op. (voetnoot - [2]) Ik trek me niet terug voor de grote samenkomst en de geweldige gebedsruimte.
Ë
Door de genade van God, het licht van de Qur'an en het zegen van het geloof voel ik me helemaal niet bezorgd.
Zonder stil te staan zal ik rennen en vliegen naar de schaduw onder de troon van de Barmhartige en zal me, met de wil van God, niet vergissen zoals jij.
[1] Ik zeg niet "O nee" en loop niet weg.
[2] Op de jonge morgen van de opstanding zal ik de roep van de engel Israfil horen, waarna ik Allahoe Akbar zeg en opsta. Ik weerhoud me niet van het grote gebed en deins niet terug voor de grote bijeenkomst.