EEN LEZING DIE IN DE UNIVERSITEIT VAN ANKARA IS GEHOUDEN
Dit is een fijne en plezierige bijeenkomst die vanwege de lessen uit de Risale‑i Nur en met de hulp van de geëerde en waardevolle leraar Bediüzzaman tot stand heeft kunnen komen. Deze bijeenkomst is niet bedoeld om de waarde en het belang van de Risale-i Nur uit te leggen; daar heb ik de moed niet voor. Want ik ben de jongste en zwakste student van de Risale-i Nur. Mijn kennis is niet voldoende om een dergelijk waardevol en beroemd werk aan de mensen uit te leggen. Deze grote eer is bestemd voor de verlichte, begripvolle, en prijzende lezers van de Risale-i Nur.
Totdat ik met de Risale-i Nur in aanraking kwam, heb ik niet één drukwerk of boek gelezen dat de waarde van de heilige Qur'an uitlegt. Later ontdekte ik dat de heilige Qur'an ‑meer dan een halve eeuw‑ door de leiders van verschillende landen wordt geprezen.
In het witte huis van Amerika wordt de alwijze Qur'an, die de zon van de hele wereld en van het bestaan is, op een hoge plaats in stof van groene zijde gelegd. Dat is de plaats die de Qur'an verdient. Uitvinders, filosofen, psychologen, sociologen en pedagogen gebruiken de heilige Qur'an als bron voor hun werken en lezen de boeken die erover geschreven zijn. Deze personen schrijven boeken met de kennis die ze uit dit heilige boek hebben gehaald en worden zo beroemd over de hele wereld. Ze helpen zo de mensheid en hun volk. In Zweden, Noorwegen en Finland is een comité opgericht die bestaat uit de hoogste wetenschappers. Jarenlang hebben ze gezocht naar een boek die de jeugd zou redden. Uiteindelijk zijn ze tot de conclusie gekomen dat het lezen van de heilige Qur'an de beste oplossing is om de jeugd een verheven moraal te geven en om ze tot ’s werelds slimste en eerlijkste wetenschappers te maken.
Zo zijn er nog veel meer landen die de Islam en de Qur'an prijzen. Ik kan nog veel meer voorbeelden geven. Als niet‑moslims de waarde van het Islamitische boek begrijpen, prijzen en er hun voordeel uit halen, waar wachten de waakzame, Turkse moslim jongeren dan eigenlijk nog op? Nooit en te nimmer moeten ze blijven wachten en blijven slapen.