Leıdraad Voor De Jongeren | Leıdraad Voor De Jongeren | 93
(1-400)

 Dit betekent dus dat zwakheid en machteloosheid, liefde en bescherming in zijn voordeel is. Hierdoor kan hij met zijn kleine vingertje helden laten doen wat hij wil. Als nu een dergelijk kind door deze liefde en bescherming te verloochenen zich schuldig maakt en met dom egoïsme zegt: “Ik krijg dit op eigen kracht voor elkaar”, dan zal het zeker een klap krijgen. Zo zal het ook gebeuren met de mens. Wanneer hij de Goddelijke giften loochent door de barmhartigheid van de Schepper te ontkennen en Zijn wijsheid te kleineren zal hij net zoals Karun die zei[1]:

 “Ik heb dit met mijn eigen wijsheid en met mijn eigen kracht verdiend” een straf in het hiernamaals verdienen. Dit wil dus zeggen dat het rijk van de mens, de ontwikkeling van de mens en de perfecties van de maatschappij niet zijn ontstaan door aantrekking, overwinning en gevechten. Het is hem vanwege zijn machteloosheid en zijn armoede ter ondersteuning gegeven. Het is hem vanwege zijn zwakheid geschonken, vanwege zijn onwetendheid is het hem ingegeven, vanwege zijn behoefte is het hem aangereikt. De oorzaak voor het rijk van de mens is niet de kracht en de macht van zijn kennis, maar het is de liefde en erbarmen van de Heer en de barmhartigheid en wijsheid van God die ervoor zorgen dat de dingen naar zijn hand worden gezet. Jazeker, de mens die het moet afzien tegen kleine, gevaarlijke beestjes zoals een schorpioen die niets ziet of een slang die geen voeten heeft, en daarnaast door een kleine rups in zijde wordt gekleed en van een giftig beestje honing te eten krijgt, verkrijgt dit niet door zijn kracht. Het is veeleer de Heer Die ze allemaal laat gehoorzamen. Ze zijn een geschenk van de Barmhartige en de vruchten voor de zwakheid van de mens.

O mens! De werkelijkheid is nu eenmaal zo. Stop met je egoïsme en je hoogmoed. Verkondig in de aanwezigheid van de Goddelijke heerschappij met de tong van hulpkreten, zwakheid, berouw, behoeftigheid en met de taal van smeekbeden je armoede en behoeftigheid en laat zien dat je een dienaar bent. Verrijs met het vers

Zeg niet: “Ik ben niets. Wat maakt mij nou zo belangrijk dat de Absolute Wijze met opzet dit bestaan aan mijn voeten legt en van mij een omvattende dankbaarheid verwacht?” Want je bent in werkelijkheid wat je lichaam en geest betreft helemaal niets, maar wat je opdracht en rang betreft ben je een oplettende toeschouwer van Zijn overweldigend bestaan, een welsprekende, pratende boodschap van Zijn wijze schepping, een aandachtige, begrijpende lezer van dit wereldse boek en een verbaasde toeschouwer van de schepping die tevens met Godherdenking bezig kan zijn en een eervolle leider van de schepselen die Godsdienstoefeningen verrichten.

Jazeker o mens! Jij bent wat je wereldse lichaam en je dierlijk ego betreft, een kleine verzameling, een waardeloos element, een arm schepsel en een zwak beest dat op alle golven van deze stormende zee die dit bestaan voorstelt, schuddend wordt voortgedreven. Maar door je met de educatie van de Islam te vervolmaken, die het licht van de liefde van Allah omvat en met het licht van het geloof is verlicht, en je Godsdienstoefeningen te verrichten, ben je een sultan. Je bent een deel van het geheel. Ondanks dat je zo klein bent bevat je een wereld. Wat je positie in het bestaan betreft ben je heel groot. Je hebt een brede blik zodat je kunt zeggen: “Mijn barmhartige Heer heeft voor mij deze wereld tot een huis gemaakt. De maan en de zon heeft Hij voor mijn huis tot een lamp gemaakt. De lente is een rozenkrans, de zomer een tafel met geschenken, de dieren zijn mijn dienaren en de planten versierende benodigdheden van mijn huis.”



[1]Karun was een rijke man die in de tijd van de profeet Mozes (vrede zij met hem) leefde. Door zijn vele rijkdom werd hij erg egoïstisch. Toen hij niet luisterde naar de Goddelijke verplichting om armenbelasting te betalen zakte hij na een smeekgebed van Mozes (v.z.m.h.) met zijn hele vermogen in de grond.

geen geluid