In plaats van een uitgang zag ik overal gaten in de muur. Mensen uit deze lange trein werden in die gaten gegooid. Toen zag ik een gat precies voor mij komen. Er was aan beide zijden een grafsteen geplaatst. Nieuwsgierig keek ik nog beter. Ik zag dat er met grote letters mijn naam “SAID” op de grafsteen stond geschreven. Met verbazing en verdriet riep ik: “Nee!” Toen hoorde ik opeens de stem van de persoon die mij in de herberg advies gaf. Hij zei:
- “Ben je weer bij verstande gekomen?”
- Ik antwoordde: “Ja, maar ik heb geen kracht meer over. Er zit niets anders op.”
- Hierna zei hij: “Vraag om vergiffenis en stel je vertrouwen in Hem.”
- Ik zei: “Dat zal ik doen!”
en hierna verdween alles... De oude Said verdween en in mij werd een nieuwe Said geboren.
Zo, dit is de gebeurtenis die ik met mijn gedachten heb waargenomen. Moge Allah die zegenen. Ik zal een paar punten verklaren. De andere punten moeten jullie zelf maar invullen.
Deze reis is een reis die begint bij de zielenwereld en via de baarmoeder, de jeugd, de ouderdom, het graf, de tussenwereld en de opstanding uiteindelijk verder gaat over de brug naar de eeuwigheid. De zestig goudstukken stellen de zestig jaar van het leven voor. Op het moment van deze gebeurtenis schat ik mijzelf op vijfenveertig jaar. Ik heb geen schriftelijk bewijs, maar van de vijftien jaren die nog over waren wilde een oprechte, leidinggevende student van de alwijze Qur’an dat ik de helft voor het hiernamaals zou besteden. De herberg was voor mij Istanboel. De trein stelt de tijd voor. Elke wagon stelt een jaar voor. De tunnel staat voor dit wereldse leven. De vruchten en bloemen met doorns staan voor het verboden genot en de verboden liefdesspelen. Wanneer je iemand ontmoet breekt bij de gedachte dat je ook weer uit elkaar zult gaan, je hart van verdriet. En bij het scheiden scheurt je hart. Zo geeft het jou zelfs nog een straf. De conducteur zei: “Geef mij vijf cent en ik geef jou net zoveel vruchten als je zelf wilt.” De uitleg hiervan is als volgt. Het genot en het plezier dat de mens met zijn toegestane daden beleeft is genoeg voor hem. Het laat geen reden over om met het verbodene bezig te zijn. De overige betekenissen kun je zelf verklaren.
Het vierde punt: de mens lijkt in dit bestaan op een erg verwend kind dat steeds aandacht vraagt. In zijn behoeftigheid schuilt een grote kracht en in zijn zwakheid een grote macht. Want het is vanwege de kracht van zijn behoeftigheid en de macht van zijn zwakheid dat het hele bestaan in dienst van de mens staat. Als de mens zijn behoeftigheid begrijpt en met woorden, daden en gedrag smeekbeden verricht, zijn zwakheid begrijpt en om hulp roept dan zal hij in dank voor zijn gehoorzaamheid succesvol zijn en zal hij zijn doel erg gemakkelijk bereiken. Wanneer hij dit op eigen kracht probeert, zal hij niet eens slagen in één tiende deel. Soms gebeurt het wel eens dat een wens die hij door smeekbeden in de vorm van daden heeft verricht, vervuld wordt en deze helemaal verkeerd toeschrijft aan zijn eigen kracht. De kracht die een kuikentje door zijn behoeftigheid heeft zorgt ervoor dat zijn moeder een leeuw aanvalt. Een pasgeboren leeuwenjong stelt de wilde en hongerige moederleeuw in dienst van zichzelf en laat haar honger lijden terwijl het zichzelf vol eet. Dit toont de kracht die in behoeftigheid schuilgaat en tevens is het een verschijning van barmhartigheid die het bekijken waard is.
Een verwend kind slaagt met de kracht die verborgen ligt in behoeftigheid erin om met zijn gehuil of zijn wil of met zijn droevige uitstraling zijn zin te krijgen en de volwassenen te laten doen wat hij wil. Zou het kind met duizend maal zijn eigen krachten proberen dit te bereiken dan slaagt het nog niet in één duizendste deel.