De persoon die zijn ego vertrouwt, in de duisternis van zijn onwetendheid valt, verzot is op de duisternis van zijn dwaling is te vergelijken met mijn eerste situatie in het verhaal. Hij ziet met zijn dwalende en gebrekkige kennis, die te vergelijken is met de lantaarn, het verleden als een groot graf en een duisternis die met non-existentie vermengd is. De toekomst is voor hem een stormachtige, gruwelijke plaats die van toevalligheden afhankelijk is. Terwijl elke gebeurtenis en elk schepsel een kleine ambtenaar van de Alwijze Barmhartige is, ziet hij ze als een gevaarlijk beest en komt in een situatie terecht die wordt uitgedrukt in het vers Thaghôets
Met het oog van zijn hart ziet hij elke eeuw als een heerschappij van een profeet of heilige, waarin reine zielen hun opgaven vervullen om Allah te aanbidden. Daarna eindigt hun opdracht in deze wereld en vliegen ze roepend: “Allah is groot”, naar de plaats die hen te wachten staat. Achter de veranderingen van de tussenwereld en het hiernamaals ziet hij met het licht van zijn geloof in de verte links van hem een gastmaal van de Barmhartige die in de tuinen van het paradijs, in het paleis van geluk is opgesteld. Hij begrijpt nu dat gebeurtenissen zoals storm, aardbevingen en tornado’s onderdanige ambtenaren zijn. En hij ziet dat gebeurtenissen in het begin van de lente zoals storm en regenbuien angstaanjagend lijken, maar in werkelijkheid erg plezierige opgaven vervullen. Zelfs de dood ziet hij als het begin van een eeuwig leven en het graf als de deur die er naartoe leidt. Andere punten kun je zelf vergelijken. Pas de werkelijkheid maar toe op het voorbeeld...
Het derde punt: geloof is licht en kracht. Voorzeker kan iemand die het echte geloof in handen heeft het hele bestaan uitdagen. En afhankelijk van de overtuiging in zijn geloof wordt hij van kwellende gebeurtenissen gered.1, zij voeren hen van het licht naar de duisternis…”[2:257]. Wanneer de Goddelijke rechtleiding te hulp komt, geloof het hart binnen stroomt, de koppigheid van zijn ego breekt en naar het boek van God wordt geluisterd, lijkt hij op mijn tweede situatie in het verhaal. In dit geval wordt het bestaan opeens helder en vervult zich met het Goddelijke licht. Het bestaan leest het vers “Allah geeft het licht aan de hemelen en de aarde…”[24:35] waardoor hij ziet dat het verleden geen groot graf is.Hij zegt: “Ik vertrouw op Allah” en reist op het schip van deze wereld met absolute veiligheid op de golven van de gebeurtenissen. Hij geeft zijn hele last in de krachtige hand van de Absoluut Krachtige in vertrouwen en reist zonder moeite van deze wereld naar de tussenwereld, waar hij uitrust.---------------------------------------------
1
Thaghôets: letterlijk degene die overschrijdt. Hier de Satan en afgodsbeelden.