De Opstanding en het Hiernamaals | De Opstanding en het Hiernamaals | 36
(1-61)

Het   volgende   Koranvers   drukt   die betekenis uit: Afgoderij is inderdaad een groot misdrijf. (Koran 31: 13) De  deur  van  wijsheid,  genade,  barmhartigheid  en rechtvaardigheid; dit is de manifestatie van Zijn namen 'de  Alwijze',  'de  Vrijgevige',  'de  Rechtvaardige'  en  'de Barmhartige' (Hakim, Kerim, Adil, Rahim).

Deze  roemrijke  Eigenaar  van  alle  gebieden  (malik- ül-mülk)   vertoont   in   dit   tijdelijke   gastenhuis   (deze wereld),  op deze  vergankelijke  examenplaats  en  op  dit

voorlopige wijsheid, tentoonstellingsterrein zichtbare genade, zo'n openlijke overwinnende rechtvaardigheid en omvangrijke barmhartigheid; is het dan ooit mogelijk dat er in de gehele omgeving van Zijn heerschappij  en  in  de  uiterlijke  en  innerlijke  werelden geen  permanente  verblijven,  geen  eeuwige  bewoners, geen    blijvende    verdiepingen   en    geen    onsterfelijke schepsels  zijn,  zodat  deze  zichtbare  wijsheid,  genade, rechtvaardigheid en barmhartigheid worden vernietigd? Deze  Alwijze  Heer  heeft  van  al  zijn  schepsels  de mens    tot   een    gesprekspartner    en   een    universele spiegel gemaakt. Hij laat de mens de inhoud van al Zijn schatkamers  van  barmhartigheid  proeven  en  wegen. En Hij stelt zich aan hem voor met al Zijn namen en Hij houdt van de mens en laat van de mens houden. Is het ooit  mogelijk  dat  Hij  daarna  die  arme  mens  niet  naar Zijn  eeuwige  Rijk  stuurt?  Zal  Hij  de  mens  niet  in  Zijn eeuwige   Paradijs   binnenlaten,   hoewel   Hij   hem   wel uitnodigt? Hij legt aan ieder schepsel dat even klein is als een zaadje een verplichting op zoals die van een boom, en evenveel  wijsheden  als  hij  bloemen  heeft  en  evenveel doelen    als    hij    vruchten    draagt.    Is    het    dan    ooit acceptabel   dat   alle   plichten,   wijsheden   en   doelen alléén  gericht  zouden  zijn  op  deze  wereld  -  een  doel dat  niet  groter  is  dan  dat  zaadje?  Zou  Hij  dit  aardse leven  het  doel  maken,  dat  nog  minder  waard  is  dan een  zaadje? Zou  Hij  de  zaden niet  voor  de  wereld  van de  betekenis  en  de  akker  niet  voor  de  wereld  van  het Hiernamaals  maken?  Zou  Hij  wel  toestaan  dat  ze zou  Hij  dit  belangrijke  aspect doel-  en  nutteloos  laten? Zou   Hij   hun   gezichten   niet   naar   de   wereld   van   de betekenis  en  wereld  van  het  Hiernamaals  keren?  Dan kunnen   ze   hun   echte   doelen   en   waardige   vruchten tonen.

Ja,  is  het  ooit  mogelijk  dat  Hij van  deze  dingen  het tegenovergestelde   van   de   waarheid   maakt   en   de eigenschappen 'Vrijgevige', omkeert die namen 'Wijze', 'Rechtvaardige' Zijn en 'Barmhartige' werkelijke  en  waardige  vruchten  voortbrengen,  maar uitdrukken    -    God    verhoede!    -    en    daarmee    alle realiteiten  in  de  kosmos  ontkent  die  naar  Zijn  wijsheid, vrijgevigheid,     rechtvaardigheid     en     barmhartigheid verwijzen?   Zou   Hij   de   getuigenissen   van   het   hele bestaan  afwijzen?  Zou  Hij  alle  verwijzingen  van  Zijn schepsels ongeldig maken? En      accepteert      het      verstand     dat     Hij     vele verplichtingen   aan   de   mens   en   aan   zijn   innerlijke gevoelens oplegt, evenveel als de haren op zijn hoofd, maar  dat  Hij  daarna  alléén  dit  aardse  loon  geeft  dat niet meer is dan één haartje? Zou Hij zulk zinloos werk verrichten   dat   het   tegenovergestelde   van   Zijn   echte rechtvaardigheid en echte wijsheid is? Hij  geeft  aan  ieder  wezen,  aan  ieder  orgaan  zoals de    tong    en    zeker    aan    ieder    schepsel    evenveel wijsheden   en   nuttigheden.   Deze   zijn   gelijk   aan   de voortbrengselen en vruchten van een boom. Dit bewijst dat  Hij  volmaakt  is.  Is  het  dan  ooit  mogelijk  dat  Hij daarna    de belangrijkste grootste van van alle alle wijsheden nuttigheden en en de de noodzakelijkste  van  alle  resultaten  -  de  eeuwigheid, eeuwige  gelukzaligheid  en  de  ontmoetingsplek  -  niet geeft?  Zou  Hij,  ondanks  het  feit  dat  de  eeuwigheid  de bron  is  van  alle  wijsheid,  genade,  barmhartigheid  en nut, dat ze het grootste doel is, en wijsheid in wijsheid, genade in genade en barmhartigheid in barmhartigheid verandert,  daarna  deze  eeuwigheid  toch  niet  geven? Zou   Hij   al   Zijn   zaken   in   absolute   zinloosheid   laten wegzakken?   Zou   je   Hem   kunnen   vergelijken   met iemand  die  een  mooi  paleis  maakt  met  in  elke  steen gedetailleerd versieringen stucwerk en     met en in met elke overal kamer duizenden duizenden waardevolle voorwerpen, maar er geen dak op maakt? Zou   Hij   alle   dingen   in   dat   paleis   laten   rotten   en bederven? God verhoede!  Uit een volmaakte goedheid komt  het  goede  voort.  Uit  een  volmaakte  schoonheid komt   het   schone   voort.  

geen geluid