Leıdraad Voor De Jongeren | Leıdraad Voor De Jongeren | 60
(1-400)

Kijk dit is de binnenkant en de werkelijkheid van wat de dwalenden "levensgeluk", "menselijke perfectie", "maatschappelijke schoonheid" en "genot van de vrijheid" noemen. Het bevredigen van egoïstische lusten en dronkenschap is een gordijn die je tijdelijk de werkelijkheid niet laat voelen. Zeg daarom: "Ik verwerp het geluk van deze mensen."

Maar de Qur'an geneest met de werkelijkheid van het geloof alle wonden die de dwalenden hebben opgelopen. De Qur'an verdrijft de duisternis van al die vorige wegen. Het sluit alle deuren tegen dwaling en vernietiging. Dit gebeurt als volgt: De Qur'an geneest de zwakheid, behoeftigheid en armoede door je vertrouwen te stellen in een Almachtige Barmhartige. Door je leven en de lasten van je lichaam aan de kracht en barmhartigheid van God in vertrouwen te geven, waardoor je rust vindt. De Qur'an laat ons weten dat wij geen "pratend dier" zijn, maar een echt mens en een geaccepteerde gast van de Barmhartige. De Qur'an laat ons zien dat de wereld een gasthuis van de Barmhartige is, de schepselen in deze wereld spiegels van de Goddelijke schone namen zijn en de kunstwerken op deze wereld brieven van de Alleenvolkomene. Hierdoor worden de wonden die de mens oploopt door zijn sterfelijkheid in deze wereld, het voorbijgaan van alle zaken en de liefde van alle sterflijken goed behandeld en wordt de mens van duistere inbeeldingen gered.

Verder laat de verlichte weg van de
Qur'an de dood en het uur van de dood zien als het begin van een reis naar de tussenwereld en een ontmoeting en vereniging met de vrienden die in de eeuwige wereld zijn. Het geneest zo de wonden van de dood die de dwalende zien als een eeuwige scheiding van alle vrienden. Het toont aan dat die scheiding het begin van een ontmoeting is. En het toont ook nog aan dat het graf een deur is die opent naar een wereld van barmhartigheid, een plaats van geluk, paradijselijke tuinen en Barmhartige verlichting. Daarnaast neemt het de grootste angst van de mensheid weg en laat het zien dat de moeilijke, treurige en lastige reis naar de tussenwereld een fijne, vriendelijke en zorgeloze reis is. Het sluit de bek van de draak en opent de deur naar een mooie tuin. Dat wil zeggen dat het graf niet de bek van een draak is, maar een deur die opent naar de tuinen van barmhartigheid.

Het zegt tegen elke gelovige: "Als je denkt dat je wil beperkt is, laat de werken dan over aan de omvattende wil van jouw eigen Meester. Als jouw kracht beperkt is, vertrouw dan op de kracht van de Absoluut Machtige. Wanneer jouw leven kort is, denk dan aan de Eeuwig Levende. Wanneer je nog weinig te leven hebt, denk er dan aan dat je een eeuwig leven wacht, maak je niet druk. Als je gedachten kort zijn, ga dan onder de zon van de Qur'an staan. Kijk met het licht van je geloof, dan zal elke Qur'anische vers jou verlichten als een ster. Je verstand is te vergelijken met een vuurvliegje. En wanneer je eindeloze verlangens en verdriet hebt, wacht jou een eindeloze beloning en onuitputtelijke zegen. En als je talloze dingen wilt en je vele doelstellingen hebt, wordt dan niet droevig door er steeds aan te denken. Zij passen toch niet allemaal in deze wereld. Hun plaats is ergens anders en Degene Die dat geeft is iemand anders."

En het zegt tevens: "O mens! Jij bent niet de eigenaar van jezelf. Jij bent het eigendom van een Almachtige die eindeloze macht heeft en een Barmhartige Heerser in verhevenheid die eindeloos genadevol is. Vandaar dat jij je niet moe moet maken door je eigen leven op je schouders te dragen, want Degene Die leven geeft en die het controleert is Hij.

En de wereld is ook niet zonder eigenaar. Vandaar dat jij de lasten van deze wereld niet op je moet nemen en je niet druk en bang moet maken over haar toestand. Want haar Eigenaar is Alwijs en Alwetend. Jij bent zelf maar een gast. Jij moet je niet teveel ermee bemoeien en het niet door elkaar halen.

En de mens is niet ongebonden zoals de dieren. Want de dieren zijn ambtenaren in functie en staan onder het toezicht van een Alwijze in Barmhartigheid. Jij moet je ziel niet pijnigen door steeds aan hun pijn en problemen te denken. En je moet niet meer liefde en barmhartigheid willen tonen dan de barmhartigheid van hun Barmhartige Schepper.

En de teugels van alle dingen ‑van een bacterie tot aan de pest, van stormvloeden, hongersnood en schaarste tot aan aardbevingen‑ die zich vijandig tegen jou opstellen, bevinden zich allemaal in de hand van de Alwijze Barmhartige. Hij is Alwijs en zal niets doen wat nutteloos is. Hij is Barmhartig en heeft een overvloed aan barmhartigheid. In al zijn werken is wel een zegen te vinden.

geen geluid