Leıdraad Voor De Jongeren | Leıdraad Voor De Jongeren | 79
(1-400)

 Het drieëntwintigste woord

Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.[Dit woord heeft twee hoofdstukken]

Het eerste hoofdstuk

Wij zullen vijf punten van de vele voordelen van het geloof ver­klaren.

Het eerste punt: de mens reikt met het licht van zijn geloof tot aan het hoogste niveau in het paradijs. Hij krijgt er een waarde door die hem geschikt maakt om het paradijs binnen te gaan. Met de duisternis van zijn ongeloof valt hij tot in het diep­ste der diepten. Hij zal in een toestand terecht komen die hem de hel binnen laat gaan.

Want het geloof brengt de mens dich­ter bij de Kunstenaar in Zijn Grootheid. Geloof is een verbondenheid. De Goddelijke kunstwerken en de prach­tige schoonhe­den van de namen van de Heer worden door het geloof van de mens weerspiegeld en hierdoor krijgt de mens een waarde. Ongeloof verbreekt deze band waar­door de kunstwerken van de Heer verborgen raken. De waarde van de mens bestaat dan alleen nog maar uit zijn vlees en bloed. Wat zijn materiaal betreft is het niets meer dan een voorbijgaand, dierlijk leven dat zal sterven en teniet zal gaan. Zijn waarde is nihil.

  Wij zullen dit geheim met een voorbeeld toelichten. Onder de kunstwer­ken die de mensen maken zit veel verschil in de waarde van het materiaal en de waarde van het kunstwerk zelf. Soms zijn ze gelijk, soms is de waarde van het materiaal waardevoller, maar soms is het ook zo dat een stuk ijzer van een paar cent voor een paar euro aan vak­manschap bezit. Ook is het soms zo dat het materiaal van een antiek kunst­werk, dat dui­zenden euro’s waard is, nog geen vijf cent opbrengt. Wanneer men met een dergelijk antiek kunst­werk naar een antiekveiling gaat en het ten­toonstelt zal er, afhankelijk van de kunst en het vakmanschap van de bekende kunstenaar, mis­schien wel honderdduizend euro voor worden gegeven. Wanneer men met dit kunstwerk naar een oud-ijzerhandelaar gaat, zal het ijzer misschien nog geen vijftig cent opbrengen.

De mens is ook een antiek kunstwerk van de Grote Rechtvaardige. Het is het prachtigste en waardevolste wonder van Zijn krachten dat Hij met al Zijn namen en al Zijn kunstwerken heeft bekleed. Het heeft de mens tevens als een spie­gel van het bestaan geschapen. Wanneer het licht van geloof het lichaam binnenkomt, kunnen alle betekenisvolle schoonheden wor­den gelezen. Een gelovige leest deze schoon­heden wijsvol en de relatie die hij met zijn Heer heeft zorgt er ook voor dat deze gelezen kunnen wor­den. Dit houdt in dat de kunstwerken van de Heer, die in de mens aan­wezig zijn, met woorden als: “Ik ben een kunst­werk, een schepsel van de Kun­stenaar in Zijn Grootheid en ik onder­vind Zijn barmhar­tigheid en vrijgevig­heid”, naar voren komen. Dit betekent dus dat door het geloof alle kunstwerken die in de mens aanwezig zijn, worden getoond. De waarde van een mens wordt bepaald aan de hand van Godde­lijke vakmanschap wat de spiegel van de Onafhanke­lijke is.

Van­daar dat door deze verhouding de onbelangrijke mens een schep­sel is dat boven alle andere schepse­len staat. Een schep­sel dat wordt aangesproken door de Heer. Hij is Zijn gast die het waard is om het para­dijs binnen te gaan.

geen geluid