Bijvoorbeeld: ongeloof is slecht, een vernietiging en het ontbreken van acceptatie, maar met die ene slechte daad beledig je het hele bestaan en alle namen van Allah en breng je de hele mensheid tot schande. Want de mensen die als een dergelijk verheven schepsel zijn geschapen, hebben zeker ook een belangrijke opdracht te vervullen. Zij zijn de brief van de Heer en de spiegel van de Heilige. Zij zijn de ambtenaren van Allah. Ongeloof verwerpt hen van deze positie en maakt van hen een nutteloos stuk speelgoed dat overgelaten is aan toeval. Het maakt hen niet meer dan een stervend ding dat door de scheiding en ondergang snel zal worden vernietigd en veranderd. Het maakt hen waardeloos en nutteloos. Tevens schenden ze met hun ongeloof de schoonheid, stralen en kunsten van de schone namen van Allah die in de hele wereld en in de spiegels van het bestaan te zien zijn. Hierdoor doen ze afstand van hun menselijkheid die een gedicht vol wijsheid is. Tevens draaien ze zo hun rug naar alle gezichten van de heilige, schone namen van Allah. Dit terwijl de mens te vergelijken is met een zaadje dat alles heeft om uit te groeien tot een mooie boom. En hij een rijk wonder van de kracht van God is die door het aanvaarden van het grote toevertrouwen de aarde, de hemel en de bergen overtreft en zo boven de engelen een plaats verdiend. Ze gooien door dit ongeluk de taak van oppasser op deze wereld in een ravijn waardoor ze nog lager, zwakker, hulpelozer en armer worden dan een beest dat geboren wordt en weer sterft. De mens verlaagt zich zo tot een betekenisloos, verward, snel kapotgaand, simpel schrijfbord.
Tot slot: ons slechte ego kan wat kwaad en vernietiging betreft eindeloze vernielingen aanrichten, maar voor goedheid en schepping heeft het maar weinig of beperkte krachten. Jazeker, het ego kan in één dag een huis vernietigen, maar in geen honderd dagen opbouwen. Maar wanneer hij van zijn ego afziet, het goede en het bestaan van God aanvaard, Die de beste Leider is, van kwaad, vernietiging en van het vertrouwen in zijn ego afziet, vergeving vraagt en een echte dienaar wordt, dan valt hij onder het geheim van het vers Zijn bekwaamheid tot oneindig kwaad verandert dan in een bekwaamheid tot oneindige rechtschapenheid. Hij maakt zich waardig voor de verheven plaats en verhoogt zichzelf naar die plaats.
Zodoende o dwaas mens! Kijk naar de goedhartigheid en vrijgevigheid van Allah! Terwijl Hij het recht heeft om één enkele slechte daad als duizend slechte daden te tellen en goede daden als één of helemaal niet te tellen, noteert Hij een slechte daad als één en een goede daad als tien, soms zeventig, soms zevenhonderd of soms zelfs zevenduizend keer een goede daad. Begrijp vanuit dit standpunt dat wanneer je die verschrikkelijke hel binnengaat, dit een terechte straf voor je daden is. Maar wanneer je het paradijs binnen gaat, dit vanwege Zijn goedheid gebeurt.
Het tweede punt: er zijn twee personages in de mens. Ten eerste het ego dat al zijn aandacht op dit aardse leven richt. Ten tweede zijn hart die op het eeuwige leven is gericht.
Wat het eerste personage betreft is de mens erg zielig. Zijn rijkdom is alleen maar een heel klein ding dat zijn eigen wil voorstelt en aan kracht bezit hij een klein vermogen om iets te doen en op deze wereld is hij een vlam die snel dooft, in zijn leven is hij een klein moment dat snel voorbij gaat en in het bestaan een klein lichaam dat snel vergaat. Samen met deze situatie is hij ook een zwakke, behoeftige enkeling van de talloze verschillende volkeren die over de wereld zijn verspreid.