Allah is de schepper van alle dingen. Hij is over alle dingen Toezichthouder. Aan hem behoren de sleutels van de hemelen en de aarde.[39:62-63] Heilig is Degene in Wiens hand de heerschappij over alle zaken is en tot Hem keren jullie terug.[36:83] Er is geen ding waarvan de schatten niet bij Ons zijn, en Wij zenden deze slechts volgens een vastgestelde maatgeving neer.[15:21]  En er is geen levend wezen of Hij heeft het volledig in Zijn macht. Voorwaar, mijn Heer handelt op rechtvaardige wijze.[11:56]

In de uiteenzetting “Katre Risalesi” die gaat over “het geloven in Allah”, de hoogste graad van de fundamenten van het geloof, hebben wij in het kort uitgelegd dat alles in deze schepping met vijfenvijftig verschillende talen de noodzaak van het bestaan van de Verheven God en Zijn allesomvattende eenheid bewijzen en getuigen. Tevens hebben wij in de uiteenzetting “Nokta Risalesi” vier omvattende bewijzen voor de noodzakelijkheid van Zijn bestaan en Zijn allesomvattende eenheid beschreven die elk op zich net zo krachtig zijn als duizend bewijzen. En omdat wij in de twaalf uiteenzettingen in het Arabisch de noodzakelijkheid van het bestaan van de Verheven God en Zijn allesomvattende eenheid met honderden onweerlegbare bewijzen hebben beschreven, nemen wij hiermee genoegen en gaan er niet dieper op in. Alleen de twaalf flitsen die ik in het kort in dit tweeëntwintigste woord van de Risale- i Nur heb geschreven zullen we proberen te beschrijven in het licht van “geloven in God.”

EERSTE FLITS: Eenheid kan op twee manieren gezien worden. Bijvoorbeeld wanneer een machtig, groot iemand verschillende soorten producten naar de stad en naar de markt stuurt, kunnen we op twee manieren achterhalen dat die spullen van hem zijn. Ten eerste: Men beredeneert eenvoudig en kortzichtig dat niemand anders dan hij de mogelijkheid heeft om zoveel spullen te bezitten. Maar in de gedachte van een kortzichtige persoon kunnen deze spullen al snel aan anderen worden toegekend. Veel andere personen kunnen deze spullen toe-eigenen. Ten tweede:
 
Men leest het schrift dat op alle spullen staat. Men herkent zijn zegel op elke rol stof. Men ziet zijn stempel op elke verkondiging en zegt: “Alles behoort die persoon toe.” Dit houdt dus in dat alles op zijn eigen manier naar die persoon verwijst. Net zoals in dit voorbeeld kan men op twee manieren naar de eenheid kijken:

De eerste: de eenheid zoals die ondoordacht wordt aangenomen en gezien: “De Verheven God is één, Hij heeft geen deelgenoten of gelijke. Dit bestaan is van Hem.”

De tweede: de werkelijke eenheid die inhoudt dat je op alles de zegel van zijn kracht, de stempel van zijn vormgeving en de kunst van zijn pen ziet. Je opent met al deze dingen rechtstreeks een venster naar zijn licht van waaruit je zijn eenheid aanschouwt en ziet dat alles uit zijn krachtige hand voortkomt. Dit betekent dat je met een twijfelloze overtuiging bevestigt en gelooft dat er in zijn Goddelijkheid, heerschappij en in zijn rijkdom op geen enkele manier een deelgenoot of hulpkracht aanwezig kan zijn, zodat je door zijn voortdurende aanwezigheid een innerlijke vrede voelt en bereikt. Wij zullen in dit Tweeëntwintigste Woord, door middel van een aantal “lichtstralen”, de heldere en volmaakte, ware eenheid tonen.

Opmerking: O lichtzinnige die God vergeet en alles toekent aan de oorzaken! Oorzaken zijn als een sluier. Want verhevenheid en macht maken dit noodzakelijk. Maar datgene wat hierachter zit is de kracht van de Onafhankelijke. 28 Dit vereist Zijn eenheid en grootheid en het is noodzakelijk voor Zijn soevereiniteit. De ambtenaren van de Eeuwige Koning zijn geen opdrachtgevers, alleen maar uitvoerders in de heerschappij van God. Voorzeker zijn zij verkondigers van het rijk en bezichtigers van Zijn heerschappij. En deze ambtenaren, deze middelen zijn er om de verhevenheid van Zijn kracht, het geduchte achter Zijn heerschappij te openbaren. Opdat de relatie met de overkoepelende kracht achter deze kleine zaken schuilgaat en zijn verhevenheid bewaard blijft. Zoals de zwakke en behoeftige koningen op deze wereld heeft Hij deze ambtenaren niet aangesteld als mede-eigenaren in Zijn rijk omdat Hij zwak en behoeftig zou zijn. Dit houdt dus in dat Hij de oorzaken heeft geschapen zodat de verhevenheid van Zijn kracht in het oog van het verstand behouden blijft. Net zoals de twee zijden van een spiegel heeft alles én een materiële kant die lijkt op de gelakte zijde van de spiegel.
-----------------------------------------------------------
28 - Samed is één van de schone namen van God en betekent: Hij die van niemand afhankelijk is, maar van Welk alles afhankelijk is.