Het Grootste Teken | Het Grootste Teken | 50
(1-61)

Er is niets wat op Hem lijkt of aan Hem gelijk is en er is niemand anders die de mens kan helpen en waarbij de mens een uitvlucht vindt. Niemand is aan Hem gelijk en Hij heeft geen tegenstelling. Hij is niet zwak en heeft geen gebreken. Voorzeker toont de afgewogenheid een éénheid. Dit houdt in dat er maar één enkele persoon kan zijn die

dit zo mooi heeft afgewogen. Polytheïsme is de oorzaak voor onenigheid en kan dit dus niet volbrengen. Er  is  nu  eenmaal  in  elk  ding  van  de  gemeenschap  in  dit  heelal, van de dagelijkse en jaarlijkse rotatie van de aarde tot aan het gezicht van de mens, het systeem van de hersenen en de stroming en het werken van de rode en

witte bloedlichaampjes, of het nu omvattend of beperkt is, een wijze en oplettende afweging te vinden, waardoor voorzeker niemand anders dan de Absoluut Krachtige, de Absoluut Wijze, of het nu vooropgezet of met schepping is,  handen  naar  wat  voor  ding  dan  ook  kan  uitstrekken,  of  het  door  elkaar  kan halen. Misschien accepteert dat ding het alleen maar, toont het aan de mensen en ondergaat de handeling.

En iets regelen, vooral zijn doelstelling controleren, zijn voordelen bekijken en het ordenen, kan alleen maar met kennis en wijsheid en wordt alleen maar gedaan door het verstand te gebruiken en beslissingen te nemen.

Voorzeker en zonder twijfels, deze afgewogenheid die vol wijsheid is, en de eindeloze verschillende afgewogenheden in de schepping die voor onze ogen met alle voordelen te zien zijn, tonen open en bloot aan en getuigen dat de Schepper  en Planner  van dit bestaan één is. Hij is  de Uitvoerder en Veroorzaker. Elk ding komt met Zijn kracht tot leven, krijgt met Zijn verstand een eigen, persoonlijke positie en wordt met Zijn wil met een geordend uiterlijk bekleed.

En de lamp, de kachel van deze herberg, deze wereld, is nu eenmaal één, de kaars die elke dag de jaartelling aangeeft is één, Zijn barmhartige spons is één, de vurige zon is één, het levendige water is één en Zijn beschermende velden zijn één. Eén, één, één, één, één ... tot aan duizend en één is alles één. Voorzeker getuigen deze éénheden openlijk dat de Kunstenaar en Eigenaar van dit herberg één is. Tevens is Hij erg  vrijgevig  en  gastvrij.  Hoge  en grote ambtenaren doen  de levendige reizigers bedienen. Zij worden voor hen ontspanning tewerkgesteld.

En de namen zoals: Alwijs, Barmhartig, Vormer, Planner, Schepper en Heerser, waarvan de daden overal in de wereld toegepast worden en Wiens schoonheid en stralen overal te zien zijn en de werken: Wijsheid, barmhartigheid en bescherming en de daden: Vormgeving, omwenteling en opvoeding zijn allemaal één. Op elke plaats is dezelfde naam, dezelfde handeling ieder in elkaar en in talloze stadia aanwezig en het is alles omvattend.

En ze werken elkaars kunstwerken zo goed af waardoor het net lijkt alsof die namen en daden gehoorzamen en de kracht net wijsheid wordt en barmhartigheid en wijsheid net giften en leven worden.

Bijvoorbeeld: Op het moment dat de naam "gever van leven" in iets aanwezig is, ziet men op dezelfde plaats, op hetzelfde  moment,  in  hetzelfde  systeem de handelingen van vele namen zoals: Schepper, Vormgever en Onderhouder.  Dit  getuigt  voorzeker  en  openlijk  dat  de  Uitvoerder van deze daden, Die deze omvattende namen heeft toegekend, overal, op dezelfde manier hun omvattendheid toont en dat Hij één is, geen meerdere heeft, alleen en de Enige is. Dit geloven wij en dit getuigen wij.

En tevens hebben de materie die de onderdelen en bronnen van de kunstwerken zijn, de aardbodem bedekt. En ondanks dat de schepselen  de soorten die de verschillende stempels van éénheid dragen één zijn, laten ze zich over de aardbodem verspreiden en deze omvatten. Voorzeker bewijst dit openlijk dat deze materie (met alles wat het omvat) en deze soorten (met alle aanverwante) het eigendom en de goederen van één enkel Wezen zijn. En het zijn de kunstwerken en dienaren van een Alkrachtige in Zijn éénheid Die deze grote alles omvattende materiën als erg gehoorzame dienaar en de soorten, die zich naar alle uiteinden van de wereld verspreiden, als erg geordende soldaten te werk stellen.

geen geluid