Het Drieëntwintigste Woord | Het Drieëntwintigste Woord | 18
(1-50)
Kijk! Iedereen die een beetje verstand heeft begrijpt dat die duizend goudstukken die aan die tweede dienaar werden gegeven niet bedoeld waren om een kostuum te kopen. Zij waren bedoeld om er belangrijke handel mee te verrichten.
Zo moeten we onze spirituele zintuigen en menselijke eigenschappen ook zien. In vergelijking met een dier zijn we honderd maal rijker. Wat stelt bijvoorbeeld het zintuig van een dier voor dat maar op één of twee gebieden de mens overtreft in vergelijking met eigenschappen en zintuigen zoals het menselijke oog dat alle stadia van de schoonheid kan onderscheiden en de tong die van alle verschillende gerechten de speciale en eigen, kenmerkende smaak kan onderscheiden en het menselijke verstand dat de fijnste punten van de werkelijkheid kan bevatten en het menselijke hart dat behoefte heeft aan alle vormen van perfectie? Er is alleen maar één verschil: een dier is in één speciaal zintuig, noodzakelijk om te overleven, verder ontwikkeld dan de mens. Dit zintuig heeft ook alleen maar betrekking op dat dier.
Het geheim waarom een mens zo rijk is aan zintuigen ligt in zijn verstand. Door zijn hersenen en zijn verstand hebben de eigenschappen en zintuigen zich veel meer kunnen ontwikkelen. En door de vele verscheidene behoeften van de mens hebben zich verschillende gevoelens ontwikkeld en zijn hun eigenschappen zich gaan opsplitsen.
En door de oorspronkelijke betrokkenheid met alles zijn er voor vele doelen verschillende verlangens opgeroepen en doordat de mens veel wezenlijke taken heeft, hebben zijn organen en zintuigen zich veel beter weten te ontwikkelen.
Hij is oorspronkelijk geschapen met het vermogen om alle soorten Godsdienstoefeningen te verrichten en hij heeft een vermogen gekregen dat de zaadjes van alle soorten perfecties bevat. Nu kun je wel begrijpen dat zoveel rijkdom aan eigenschappen en een dergelijk groot kapitaal zeker niet is gegeven voor studie in dit gebrekkige, voorbijgaande, aardse leven. Het is gegeven om de oorspronkelijke opdracht van de mens te vervullen en tegemoet te komen aan de opdrachten die betrekking hebben op talloze doelstellingen en om in de vorm van zijn dienaarschap zijn behoefte, zwakte en fouten te erkennen en om met zijn omvattend gezichtsvermogen de lofprijzingen van het bestaan te zien en deze te betuigen en om in de Goddelijke giften de tegemoetkoming van de Barmhartige te zien, dank uit te drukken en de wonderbaarlijke kracht van de Heer, die in Zijn schepping tot uiting komt, te aanschouwen en met leerrijke blik te bezinnen. O aanbidder van deze wereld en het wereldse leven. O dwaas mens dat niets van het geheim van de meest verheven plaats af weet! De werkelijkheid van dit wereldse leven heeft de oude Said in een denkbeeldige gedachte waargenomen. Luister naar het voorbeeld dat hem in de nieuwe Said deed veranderen.
Zo moeten we onze spirituele zintuigen en menselijke eigenschappen ook zien. In vergelijking met een dier zijn we honderd maal rijker. Wat stelt bijvoorbeeld het zintuig van een dier voor dat maar op één of twee gebieden de mens overtreft in vergelijking met eigenschappen en zintuigen zoals het menselijke oog dat alle stadia van de schoonheid kan onderscheiden en de tong die van alle verschillende gerechten de speciale en eigen, kenmerkende smaak kan onderscheiden en het menselijke verstand dat de fijnste punten van de werkelijkheid kan bevatten en het menselijke hart dat behoefte heeft aan alle vormen van perfectie? Er is alleen maar één verschil: een dier is in één speciaal zintuig, noodzakelijk om te overleven, verder ontwikkeld dan de mens. Dit zintuig heeft ook alleen maar betrekking op dat dier.
Het geheim waarom een mens zo rijk is aan zintuigen ligt in zijn verstand. Door zijn hersenen en zijn verstand hebben de eigenschappen en zintuigen zich veel meer kunnen ontwikkelen. En door de vele verscheidene behoeften van de mens hebben zich verschillende gevoelens ontwikkeld en zijn hun eigenschappen zich gaan opsplitsen.
En door de oorspronkelijke betrokkenheid met alles zijn er voor vele doelen verschillende verlangens opgeroepen en doordat de mens veel wezenlijke taken heeft, hebben zijn organen en zintuigen zich veel beter weten te ontwikkelen.
Hij is oorspronkelijk geschapen met het vermogen om alle soorten Godsdienstoefeningen te verrichten en hij heeft een vermogen gekregen dat de zaadjes van alle soorten perfecties bevat. Nu kun je wel begrijpen dat zoveel rijkdom aan eigenschappen en een dergelijk groot kapitaal zeker niet is gegeven voor studie in dit gebrekkige, voorbijgaande, aardse leven. Het is gegeven om de oorspronkelijke opdracht van de mens te vervullen en tegemoet te komen aan de opdrachten die betrekking hebben op talloze doelstellingen en om in de vorm van zijn dienaarschap zijn behoefte, zwakte en fouten te erkennen en om met zijn omvattend gezichtsvermogen de lofprijzingen van het bestaan te zien en deze te betuigen en om in de Goddelijke giften de tegemoetkoming van de Barmhartige te zien, dank uit te drukken en de wonderbaarlijke kracht van de Heer, die in Zijn schepping tot uiting komt, te aanschouwen en met leerrijke blik te bezinnen. O aanbidder van deze wereld en het wereldse leven. O dwaas mens dat niets van het geheim van de meest verheven plaats af weet! De werkelijkheid van dit wereldse leven heeft de oude Said in een denkbeeldige gedachte waargenomen. Luister naar het voorbeeld dat hem in de nieuwe Said deed veranderen.
geen geluid