De Versluiering Het vasten | De Versluiering Het vasten | 10
(1-50)

Na zijn vrijspraak in juni verbleef Bediüzzaman nog twee maanden in het "Denizli Şehir" Hotel. Echter op bevel van  Ankara werd hij  in  augustus  naar  Emirdağ  gestuurd.  In  Emirdağ  werd  Bediüzzaman  onder  constant toezicht geplaatst en werd hij belet contact te hebben met zijn bezoekers. Als hij op het platteland rondliep werd hij gevolgd door de politie en gendarme. Een keer werd hij benaderd door een ambtenaar die op een bazige en beledigende manier eiste om uitleg waarom hij een tulband droeg. De ambtenaar nam hem mee naar het politiebureau waar hij zeer slecht werd behandeld. Bediüzzaman gaf aan dat één dag leed, die hij in Emirdağ moest ondergaan, gelijk was aan een maand in de gevangenis van Denizli. Zo werd er gif gedaan in het voedsel dat Bediüzzaman 's-nachts

op  de  rand  van  het  venster  had  geplaatst.  Hierdoor  werd  Bediüz-zaman  erg  ziek  waarop  hij  de  smeekbeden Jawshan al-kabir, Sakina en Zegeningen voor de profeet (vzmh) begon te lezen. De geestelijke invloed van deze smeekbeden gebruikte hij als bemiddelaar wat hem redde van een gewisse dood.

Op 23 december 1947 werd Bediüzzaman in Emirdağ gearresteerd en belande hij in de gevangenis van Afyon.

Op 6 december 1947 werd hij op basis van zwak bewijsmateriaal door het Arrondissement van Afyon veroordeeld tot een gevangenisstraf van twintig maanden. De rechtszaak werd vervolgens in hoger beroep behandeld, welke besliste dat aangezien de vrijspraak voor de zelfde tenlastelegging door het Hof van Denizli is bekrachtigd, ook al zou  dat  oordeel  in  gebreke  zijn,  dan  noch  kan  dezelfde  rechtszaak  niet  opnieuw  behandeld worden." Zodoende verwierp het de uitspraak van het Arrondissement van Afyon. Desondanks besliste het Arrondissement van Afyon het opnieuw te proberen. De gedaagden eisten dat het besluit van het Hoger Beroep werd aangehouden, maar op voorwendsel van de voltooiing van sommige fouten in de  vorige rechtszaak, begon het Arrondissement opnieuw

met een onderzoek. Zodoende werd Bediüzzaman toch nog vastgehouden. De herbehandeling duurde maanden en nadat hij de volledige twintig maanden cel van zijn originele straf had uitgezeten, welke eigenlijk al was vernietigd, werd Bediüzzaman op 20 september 1949 ontslagen van de Gevangenis in Afyon.

De  afgelopen  drie  of  vier  jaar  was  echt  beklemmend  geweest  voor  Bediüzzaman.  Geen  wetenschapper  was voordien blootgesteld aan een dergelijke onwettige onderdrukking. Zij gaven hem in Afyon in één dag zoveel leed, wat hij in een maand in Denizli had moeten verdragen. In de meest intense en koude tijd van de winter, toen alles bevroren  was,  werd  hij  verlaten  en  alleen  achtergelaten  in  een  grote  afdeling  waarvan  de meeste  vensters  geen ruiten hadden. Er was geen enkele verwarming. Opnieuw werd hij vergiftigd. Maanden werd hij ziek aan de gevolgen van het gif. Hij werd zo zwak dat hij zelfs niet de kracht had om zijn lichaam te kunnen bewegen. Niemand werd toegelaten om bij hem aanwezig te zijn. Maar toch verdroeg hij alle kwellingen in geduld.
geen geluid