De Versluiering Het vasten | De Versluiering Het vasten | 8
(1-50)

Na de bezetting van Istanbul door de Britten, begon Bedi-üzzaman een hevige en beledigende opstand die in het kort terug te vinden is in zijn werk: de Zes Stappen (Hutuvat-ı Sitte). Als de Britten hem gevangen zouden nemen, zouden zij hem executeren, maar hij werd gered door de gunst van Allah.

In deze periode werd het parlement van Ankara opgericht. Deze nodigde Bediüzzaman uit om naar Ankara te komen. Hij ging in op de uitnodiging en vertrok naar Ankara. In het Parlement werd hij officieel ontvangen en werd

hem verzocht als imam de gebeden te leiden. Hij ging voor in het gebed, maar zag dat de meeste afgevaardigden in het Parlement niet de verplichte gebeden verrichtten. Het was alsof ze, uit liefde voor alles wat van Europa komt, vervreemdden van de Islam. Ter bezinning publiceerde Bediüzzaman een brochure. Bediüzzaman werd aangeboden om als afgevaardigde in het Parlement te komen. Men stelde hem een lidmaatschap voor in het Directoraat van Godsdienstige Zaken en een aanstelling als Algemene Preker in het Oosten in de plaats van Sjeik Sanusi. Ook werd hem een villa toegezegd. Maar Bediüzzaman ging niet in op al deze aantrekkelijke voorstellen. Hij zag namelijk  dat  de  personen,  zoals  voorspeld  in  een  uitspraak  van  de  profeet,  verschenen  waren  en  volgde  daarom  de aanbeveling van de profeet: "Als u in die tijd leeft, zullen zij niet overwonnen worden door middel van politiek; zij zullen slechts overwonnen worden met het licht van de Qur'an en het geestelijke zwaard van de wonderen van de Qur'an." Hierop nam Bediüzzaman de trein naar Van. Hij trok zich terug in een grot bij de bron van de rivier Zernabad op de hellingen bij de berg Erek.

De periode van de "Nieuwe Said" (1926-1950) De overheid, die vreesde voor de hechtheid en gehoorzaamheid van de stammen in de buurt van Van aan Bediüzzaman,  gaf  de  gendarme  opdracht  Bediüzzaman  verplicht  uit  zijn  ballingschap  te  halen  en  naar  westelijk Anatolië te verbannen. Eerst werd hij naar Burdur gestuurd, later naar Isparta en uiteindelijk naar het verafgelegen dorp Barla. In Barla ligt het begin van de Risale-i Nur boeken. Deze boeken werden geschreven om de gelovige mensen bij te staan en aan te moedigen in hun geloof. Barla is een plek die voor de moslims en vooral voor de inwoners van Anatolië  een  plaats  is  waar  een  licht  van  leiding,  een  gelukszon,  is  opgekomen.  Dit  in  een  tijd  waarin  moslims overweldigd  werden  door  atheïsme.  Met  het  verbannen  van  Bediüzzaman  naar  dit  geïsoleerde  dorp  wilden  zij voorkomen  dat  hij  zou  preken  en  werken  zou  schrijven  over  de  Islam  en  het  geloof.  Ze  wilden  dat  hij  niets  kon doen  in  zijn  strijd  om  de  Qur'an  te  dienen.  Echter  Bediüzzaman  deed  het  tegengestelde.
geen geluid