Leıdraad Voor De Jongeren | Leıdraad Voor De Jongeren | 22
(1-400)

Net zoals de verdiensten van een soldaat die onder moeilijke omstandigheden één uur op wacht staat om de vijand te signaleren, gelijk staat aan een jaar godsdienstoefening. Zo ook telt onder jullie zware omstandigheden elke moeizame uur voor vele uren Godsdienstoefeningen. Waardoor die moeite in barmhartigheid verandert.­­

Mijn vereerde en oprechte broeders,

Voor degenen die in de gevangenis terecht zijn gekomen en voor degenen die met oprechtheid en barmhartigheid deze gevangenen voorzien in hun onderhoud zal ik in drie punten een krachtige steun geven.

Het eerste punt: elke dag uit je leven die je in de gevangenis doorbrengt kan zorgen voor een Godsdienstoefening die gelijk staat aan tien dagen. En de voorbijgaande uren kunnen eeuwige uren als vrucht geven. En de tien of vijftien jaar die je hier moet uitzitten, kunnen voor jou de redding zijn van miljoenen jaren eeuwige gevangenschap. De voorwaarden voor deze grote en waardevolle verdiensten zijn het verrichten van de verplichte gebeden, berouw hebben voor de zonde die de oorzaak voor deze gevangenschap is en met geduld dankbaarheid uitdrukken. De gevangenis is sowieso een hindernis voor veel zonden. Het isoleert je tegen het zondigen.

Het tweede punt: net zoals genot eindigt met leed, leidt het voorbijgaan van dit leed tot genot. Jazeker, wanneer iemand aan de voorbijgegane, leuke, plezierige dagen denkt, zal het geestelijke leed en verdriet opwekken en zal hij “oh oh oh” zeggen en wanneer hij aan de voorbijgegane, smartelijke, moeilijke dagen denkt, zal hij een geestelijk genot beleven en “Alle lof aan God. Die ramp heeft een beloning achtergelaten en is voorbij gegaan.”, zeggen en opgelucht adem halen. Dit betekent dat wanneer een leedvol uur voorbij gaat het een geestelijk genot aan de ziel achterlaat. En een plezierig uur dat voorbij is gegaan laat integendeel leed achter. De werkelijkheid is nu eenmaal zo. En de rampzalige, voorbijgegane uren zijn nu eenmaal samen met het leed opgegaan in het niets en voorbijgegaan. En de toekomstige dagen van tegenspoed bestaan op dit moment nog niet. En van het niets kan men geen leed ondervinden. En uit het niets komt geen leed. Om nu de hele tijd brood te eten en water te drinken omdat je over enkele dagen wel eens honger of dorst zou kunnen krijgen, is absolute gekkigheid. Om nu te denken aan de leedvolle uren van het verleden en de toekomst die nog moeten komen of al in het niets zijn opgegaan en ongeduld te tonen, het schuldige ego zijn gang te laten gaan en te puffen alsof hij over God klaagt is gekkenwerk. Jazeker, wanneer men zijn geduld niet links en rechts verspreidt, dus over het verleden en de toekomst, maar gebruikt voor dit uur en voor deze dag, is het precies voldoende. De last wordt dan van tien naar één verlaagd.

Niet om te klagen, maar na enkele dagen in deze derde school van Jozef, tijdens materiële en geestelijke verveling en ziekelijke tegenspoed zoals ik het nog nooit in mijn leven heb gezien, en vooral toen ik van mijn “Nur” werken werd beroofd en door de hopeloosheid en verveling van mijn ziel, wat hiervan het gevolg was, gekweld werd, toonde de Goddelijke hulp de bovengenoemde werkelijkheid. Door deze werkelijkheid accepteerde ik mijn vervelende ziekte en gevangenschap. Want voor een hopeloos mens zoals ik die aan de poort van het graf staat, is het een grote winst om een uur dat in onwetendheid doorgebracht had kunnen worden, te gebruiken om er tien uren van godsdienstoefeningen van te maken. Waarna ik dankbaarheid uitdrukte.

geen geluid