Net zoals zij allemaal bewijzen dat de Qur'an een buitengewoon wonderlijke, sterke en onverwoestbare hemelse vesting op aarde is, wordt nog eens door zes treden bestempeld en bewezen dat hij niet het woord van de mens, niet
vals is, maar het woord van Allah en rechtvaardig en trouw is. De voortdurende schoonheid die in deze wereld getoond wordt, de bescherming van het goede en het rechtvaardige en de vernietiging, het te gronde laten gaan
van de oplichters en de bedriegers, is van de Schepper van het heelal een regel van zijn heerschappij. En deze wordt door iedereen geaccepteerd.
Net zoals hij de Qur'an een verheven plaats, een bijzondere plaats van overwinning heeft gegeven, die in deze wereld de hoogste, wijste, en meest geaccepteerde is, die hem hiermee bevestigt en bestempelt, zo ook doet deze persoon (vzmh), die de bron van de Islam en de vertaler van de Qur'an is, in hem geloven, en hem vereren. En dat
hij (vzmh) tijdens de tijd van de openbaring in een soort slaaptoestand terecht kwam, en dat andere woorden het niveau van de Qur'an niet kunnen bereiken en niet op hem kunnen lijken en dat de boodschapper ondanks zijn analfabetisme uit de wereld van het verborgene de waar gebeurde voorvallen van het verleden en de toekomst met
behulp van de Qur'an, zonder ook maar te twijfelen en met volledige overtuiging, verkondigt en dat de oplettende ogen die hem goed in de gaten hielden helemaal geen oplichterij, helemaal geen verkeerde dingen konden vinden, bewijzen dat deze vertaler met al zijn krachten in elk besluit van de Qur'an gelooft, deze bevestigt en zich door niemand laat schokken en dat de Qur'an een hemelse openbaring, een waarheid die niet afwijkt en de eigen heilige woorden van de Barmhartige Schepper zijn en plaats hier zijn stempel op. Met onze eigen ogen is te zien dat tevens één vijfde deel van alle mensen, misschien wel het grootste deel, zich aangetrokken voelt tot die Qur'an, en dat zij er met volledige overtuiging liefde voor hebben. Dorstig en willig naar de waarheid luisteren ze naar wat hij te zeggen heeft. En door het getuigenis van de ontdekkers, door tekenen en feiten weten we ook dat de djin, de engelen en de geesten tijdens het reciteren van de Qur'an, net zoals nachtvlinders zich tot een lamp aangetrokken voelen, zij als zoekers van de waarheid zich om de lezers van de Qur'an verzamelen. Dit is een bewijs dat de Qur'an zich op de hoogste plaats bevindt en ook een bewijs dat de Qur'an in het hele heelal geaccepteerd is.
En alle lagen van de bevolking, van de domste, de minst geschoolde tot aan de intelligentste en meest deskundige, halen allen hun voordeel uit de lessen van de Qur'an en kunnen zelfs de diepste geheimen van de Qur'an volledig begrijpen. En de honderden wetenschappers, Islamologen, theologen van de Qur'an en Godsdienstkenners die in de Qur'an allemaal de antwoorden hebben gevonden die bij hun wetenschap past, getuigen ervan dat de Qur'an de bron van oprechtheid en de vindplaats voor de waarheid is. En de vooraanstaande Arabi
sche dichters, degene van hen die de Islam niet hebben geaccepteerd en nu veel behoefte hebben om in dialoog te gaan met de Qur'an, waren niet in staat om met de welsprekendheid, wat één aspect van de zeven wonderlijke aspecten van de Qur'an is, één gelijkend hoofdstuk te maken. En de bekende dichters en wetenschappers die er tot op heden zijn geweest en die door dialogen eer wilden behalen waren niet in staat om ook maar één wonderlijk aspect te bestrijden, waarna ze zielig bleven zwijgen. Dit bewijst dat de Qur'an een wonder is en buiten het vermogen van de mens ligt.
Voorzeker, door bij een woord te vragen van wie het afkomt, aan wie het is gericht en waarom het is geschreven, wordt zijn waarde, zijn verhevenheid en zijn welsprekendheid duidelijk. Ook vanuit dit standpunt is er niets wat met
de Qur'an vergeleken