Hij keek en zag dat twee dieren aan de twee wortels van die boom knaagden. Hij keek omhoog en zag een leeuw. Hij keek omlaag en zag een draak. Ook hij was net als zijn broeder in een vreemde situatie beland. Ook hij schrok, maar duizend maal minder erg dan zijn broeder. Want zijn goede karakter gaf hem goede gedachten. En die goede gedachten lieten hem de goede kant van alles zien. Hierdoor dacht hij het volgende: "Deze vreemde gebeurtenissen staan in verband met elkaar. Het lijkt alsof ze handelen volgens één bevel. Dus achter deze gebeurtenissen zit een diepere betekenis. Het moet zo zijn dat ze handelen in opdracht van een verborgen Heerser. Dus ik ben niet alleen. Die verborgen heerser kijkt naar me. Hij stelt me op de proef. Hij nodigt me uit voor een bepaald doel, door me daartoe aan te sporen." Deze fijne angst en mooie gedachten wekten zijn nieuwsgierigheid: "Wie is diegene die mij op de proef stelt en zich aan mij bekend wil maken en mij op deze vreemde wijze aanspoort tot een doel?" Deze belangstelling vertaal de zich in liefde voor de eigenaar van dit mysterie. En door deze liefde ontstond het verlangen om dit mysterie te ontsluieren. En uit dit verlangen ontstond de wil om een goede houding aan te nemen, die de eigenaar van dit mysterie tevreden zou stellen. Vervolgens keek hij naar de top van de boom en zag dat het een vijgenboom was. Maar aan zijn takken hingen duizenden verschillende vruchten. Op dat moment verdween zijn angst volledig, want hij begreep heel goed dat deze vijgenboom een aanduiding, een index, een manifestatie was. Het moet zo zijn dat die verborgen Heerser de voorbeelden van de vruchten in zijn tuin op een mysterieuze en wonderlijke manier aan die boom heeft gehan gen en deze heeft versierd als teken voor de spijs die Hij heeft klaargezet voor zijn gasten. Het is anders niet mogelijk dat één enkele boom de vruchten voortbrengt van duizenden verschillende gewassen. Vervolgens begon hij te smeken, waarna hem de sleutel van het mysterie werd ingegeven. Hij smeekte: "O Heerser van deze wereld. Mijn geluk ligt in Uw handen. Ik zoek mijn toevlucht bij U. Ik ben Uw dienaar en ik wil U tevreden stellen. Ik zoek U." Na deze smeekbede spleet de wand van de put open en er opende zich een deur tot een prachtige, wonderschone tuin. Wonderbaarlijk genoeg was het de mond van de draak die veranderde in de deur. De leeuw en de draak namen de vorm aan van twee dienaren; ze nodigden hem uit om binnen te treden. De leeuw veranderde zelfs in een paard die hem ten dienst stond.
O mijn luie ziel en O vriend die meeluistert!
Kom laten we de toestand van deze broeders met elkaar vergelijken opdat we kunnen zien en begrijpen hoe het goede het goede teweeg brengt en het slechte het slechte.
De ongelukkige reiziger die de linkerweg koos, beeft van angst, omdat hij ieder moment in de mond van de draak kan vallen, terwijl de gelukkige broeder wordt uitgenodigd tot een fleurige tuin vol met vruchten. Het hart van de ongelukkige man wordt verscheurd door pijnlijke verschrikkingen en grote vrees. Maar de gelukkige broeder aanschouwt en bezichtigt met een fijne angst de vreemde dingen waar hij een wijze les uit trekt en waar hij een geliefde kennis door opdoet.
De ongelukkige broeder ondervindt door angst, hopeloosheid en eenzaamheid een hoop ellende, terwijl de gelukkige man in vertrouwdheid, hoop en enthousiasme aan het genieten is.
De ongelukkige broeder ziet zichzelf als een gevangene ten prooi voor de wilde beesten. Terwijl de gelukkige man een verheven gast is, die zich vermaakt in gezelschap van buitengewone dienaren van zijn royale gastheer.