"Neem afstand van hetgeen je krenkt en kom nader tot hetgeen je gelukkig maakt" en vervolgt zijn weg met een gerust hart. De woestijn staat voor deze wereld. De leeuw is de dood, het noodlot. De put is het lichaam van de mens en zijn levenstijd. Zestig meter diepte verwijst naar de gemiddelde leeftijd van zestig jaar. De boom is de levensduur van de mens en staat voor zijn levensbehoefte. De twee dieren, een witte en een zwarte rat, zijn de dag en de nacht. De draak symboliseert de weg naar de tussenwereld en de overgang naar het hiernamaals en de bek van de draak het graf. Deze bek is voor een gelovige een deur die opengaat van een kerker naar een tuin. Het giftige ongedierte staat voor de wereldse beproevingen die we allemaal ondergaan. Maar voor een gelovige zijn het waarschuwingen van zijn Heer en gunsten van God de Barmhartige, zodat hij niet onachtzaam raakt. De vruchten aan de boom zijn de Goddelijke geschenken in deze wereld. De absoluut royale Heer heeft ze gegeven als een aanwijzing voor zijn geschenken in het hiernamaals en als een herinnering daaraan. Daarnaast dient het als een aanduiding die de belangstellenden uitnodigt tot de vruchten van het paradijs. Naast het feit dat het maar één boom is, brengt het vele verschillende vruchten voort wat kenmerkend is voor de goddelijke kracht. Het verwijst naar de zegels van de goddelijke vorming en de paraafstempels van de goddelijke heerschappij. Want werken zoals "het maken van alles uit één ding" dat wil zeggen het maken van alle planten en vruchten uit aarde en het maken van alle dieren uit water en het vormen van alle dierlijke organen uit eenvoudig voedsel, en "Het maken van één ding uit alles" dat wil zeggen het maken van één specifiek orgaan en het weven van één uitgestrekte huid voor een levend wezen uit de verschillende voedingen die ze opnemen, is een speciaal teken, een unieke stempel en een niet te evenaren zegel die behoort tot God, de eeuwige koning in zijn Eenheid en Soevereiniteit. Voorwaar, het maken van alles uit één ding, en het maken van één ding uit alles is een teken, een mirakel behorende tot de almachtige Schepper van alles.
En dat mysterie is het mysterie van de wijsheid achter de schepping die door het geloof wordt ontsluierd. En de sleutel is: "O Allah Er is geen God dan Allah Allah! Er is geen God dan Hij, de Levende, de Zelfbestaande." En het veranderen van de bek van de draak in een deur tot een tuin verwijst naar het volgende: Terwijl het graf voor de mensen die in dwaling zijn zo kwellend is als een gruwelijke kerker in vergetelheid en een deur die zich opent tot een graf die net zo krap is als de buik van een draak, is het voor de volgelingen van de Qoer'an en het geloof een deur die toegang verschaft van deze wereldse kerker tot de tuinen van eeuwigheid, van de plaats van beproeving tot de tuinen van het paradijs, van de lasten van de wereld tot de genade van de barmhartige God. En het veranderen van die leeuw in een aardige dienaar, een paard die tot zijn dienst staat, verwijst naar het volgen de: De dood is voor de mensen die in dwaling verkeren een pijnlijke en permanente scheiding van al hun geliefden. Het is een verbanning uit deze wereld, hun valse paradijs. Het is een betreding van het duistere graf, een kerker in gruwelijkheid en eenzaamheid. Terwijl de dood voor de mensen die op het rechte pad zijn en de Qoer'an volgen een middel is om zich te herenigen met hun vrienden en geliefden die naar de andere wereld heen zijn gegaan.